THE DISTRICT
Alles is verrot, maar hóe!

Animatie als een mitrailleur. Áron Gauder schiet met the district het hele geopolitieke circus én zijn Hongaarse landgenoten aan gort. Alleen al de openingscredits verdienen een prijs.
Niets leent zich zo goed om de samenleving belachelijk te maken als satirische animatie. Politici, priesters, hoeren, media, kinderen en bejaarden, alles kan worden gebruikt om de allesverzengende hebzucht en sekszucht van de menselijke soort neer te zetten. Als je jong bent, geloof je in de liefde, maar in the district proberen ze dat er aan alle kanten uit te slaan. Aan het eind komt alles goed, dat wel, maar wat is dat, ‘goed’? ‘Goed’ is zoals het altijd was. Niks meer en niks minder.
Mammoeten
In ’the district’, een wijk in de niet bij naam genoemde hoofdstad van Hongarije, liggen zigeunerfamilies, Arabische families en Hongaarse families constant met elkaar overhoop. Alles is corrupt en verrot, alles wordt geregeerd door geld. Tussen alle messentrekkerij en onderhandse deals wordt Richie verliefd op Jules. Het probleem is dat ze allebei uit families komen die met elkaar in oorlog zijn. Klinkt bekend? Jawel, Richie is Romeo en Jules is Julia. Richie’s opa verklapt hem dan een eeuwenoude Oost-Europese wijsheid: vrouwen willen geld: ‘money + money = pussy’, dat moet zo ongeveer de algemene politieke relativiteitstheorie zijn. Maar hoe komt een stel straatarme Hongaarse kids aan geld? Simpel: olie. Richie reist met z’n bende terug in de tijd, schiet een stel mammoeten af, laat de karkassen een paar miljoen jaar rotten et voilá: olie. En geld. Dus dat betekent diamanten ringen aan de vingers van de meisjes en Sylvester Stallone dvd-boxen in de kasten van de jongens. Eerst komt alleen de rest van ’the district’ op de geur van het geld af, maar even later bevindt de wereld zich in een mondiale oliecrisis met een flink aantal flatduikers op Wall Street. De Amerikanen kunnen dan maar een oplossing bedenken: ‘nuke ‘m’. En dat terwijl het allemaal begon om de liefde, je zou het bijna vergeten.
Hardcore
De film zit vol fijne details — het EU-logo op een ballon die de lucht in gaat en, iets minder subtiel, een witte duif die en passent een kogel krijgt — maar ook vol met keiharde kritiek op de Hongaarse en internationale politieke elite. De paus komt langs strompelen omdat zijn mobiele altaar geen olie meer heeft, de Hongaarse minister-president wordt als een crimineel met blokjes onherkenbaar gemaakt en de gebrekkige kennis van de Amerikanen over Europa wordt aan het eind duidelijk met de beste grap van de film. Het is duidelijk: de wereld draait op olie en de Freudiaanse jacht naar geld en de stupiditeit is aan de top net zo groot als onderaan de voedselketen.
De animatie is uitzonderlijk: voor de personages werden van elke acteur driehonderdvijftig foto’s van gezichtsuitdrukkingen gemaakt, en die werden op getekende lichamen en tegen een getekende achtergrond in beeld gebracht. De eerste Hongaarse animatie op speelfilmlengte sinds 1986, claimt de producent, en dat allemaal voor minder dan een half miljoen dollar. Er zitten ook een paar mooie driedimensionale rotaties in, waarbij een actie wordt stilgezet en de camera meer dan honderdtachtig graden om de personages heen draait. Misschien niet zo moeilijk met genoeg computerrekenkracht maar het ziet er allemaal erg goed uit.
Dit is hardcore-animatie over een wereld waarin Wallace & Grommit het niet langer dan een paar minuten uithouden. Wie van veel rap, veel borsten en een inktzwart verslag van de stand van zaken in de wereld houdt: ga zien.
Ronald Rovers