THE DAILY NATION
Journalistiek in Nairobi
Documentairemakers Hillie Molenaars en Joop van Wijk portretteren in The Daily Nation niet alleen een krant maar een heel land. Daarbij beperken ze zich tot een haarscherp neerzetten van de feiten en vermijden ze modieuze mooifilmerij.
De begintitels zijn koud afgelopen of de camera daalt zonder omhaal neer in de straten van Nairobi bij een aantal krantenjongens. Lichte paniek: The Daily Nation, Kenia’s enige onafhankelijke krant, is te laat van de drukpersen gerold, en zonder die krant zijn de stapels andere bladen aan de straatstenen niet kwijt te raken.
De documentaire The Daily Nation komt zo meteen ter zake: de positie die de krant in Kenia inneemt is een belangrijke. Die no nonsense-aanpak is bijzonder, want de onlangs nog in het redactioneel van deze krant gelaakte, zwaar door de kleurcorrectie getrokken Diogenes-methode lijkt voor Afrika zo ongeveer uitgevonden: in de zon zinderend landweggetje hier, wapperend uithangbordje in de woestenij daar, en start de band met melancholieke Afrikaanse zang maar.
Hillie Molenaar en Joop van Wijk daarentegen laten zich geen moment verleiden tot door toeristische blijheid ingegeven terzijdes. Dit is duidelijk een film van documentaristen die het land goed kennen en hun research zeer degelijk voor elkaar hebben. Hun interesse ligt volledig bij hun onderwerp — de krant — en daar is niets folkloristisch of Derde-Werelds aan.
Slampampers
De krant wordt in de volgende scènes vlot en soepel neergezet als een volwassen business: stevig kantoor, mannen in pakken, en een paar verdiepingen hoger vergadert de redactie over de onderwerpen van de dag. De verslaggevers rukken uit.
En dan wordt duidelijk wat een goed gekozen onderwerp The Daily Nation is. Het ligt voor de hand, maar je moet er maar opkomen: een portret van een krant is tegelijkertijd een portret van het land. Daarvoor hoeven de journalisten alleen maar in hun werk gevolgd te worden. Naar een voetbalwedstrijd bijvoorbeeld, waar de supporters tegen de fotograaf roepen hoe die overbetaalde slampampers in het veld hen in de steek laten. Of naar een verbluffend drukke rechtszaal, waar strubbelingen over onrechtmatig toegeëigende stukken land in hoog tempo worden afgehandeld. "Ik kom hier al zo lang en heb me zo goed verdiept in het systeem dat mensen me al om juridisch advies komen vragen", zegt de rechtbankverslaggeefster tussen neus en lippen door. In bijna elke scène zijn op die manier de drie lagen van de film — krant, land en de band daartussen — innig met elkaar verweven.
Van Wijk en Molenaar onthouden zich daarbij van commentaar. Ze laten alle facetten van het krantenmaken voor zich spreken. Bijzonder knap en helder worden die aan elkaar gemonteerd. De fotografie, de verkoop, het drukken, de inhoudelijke discussies — alle onderwerpen glijden mooi in elkaar over, krijgen als het ware allemaal even de nadruk, zonder dat de grote lijn uit het oog wordt verloren. De documentairemakers blijven daarbij nadrukkelijk observators — de betrokkenen mogen hun eigen verhaal vertellen.
Rillingen
Die werkwijze blijkt een prima keus, want er is veel te zien. Niet alleen omdat Molenaar en Van Wijk een beetje geluk hadden — de Öcalan-kwestie rond de Griekse ambassade te Nairobi speelde net, dus nieuws genoeg — maar ook omdat de filmers er bijzonder goed in slaagden om steeds op de juiste plaatsen aanwezig te zijn. Rillingen lopen je bijvoorbeeld over de rug in de scène waarin het hoofd van de advertentieafdeling zijn medewerkers een voor een de mantel uitveegt omdat zij hun quota niet gehaald hebben. Hun bijna ontroerende excuses ("Men zei dat ik weer kon terugkomen als het regende.") worden met Felix Rottenberg-achtige snedigheid neergesabeld ("Ah ja. En wanneer regent het hier?"). Een herkenbare en indringende situatie, die maar een klein voorbeeld is van het feit dat Molenaar en Van Wijk kennelijk zo’n grote basis van vertrouwelijkheid wisten op te bouwen dat ze overal werden toegelaten, overigens zonder hiervan ook maar ergens echt misbruik te maken.
Op al dat vakkundige geobserveer is ook wel wat aan te merken. Het weerhield de filmers ervan The Daily Nation te doorspekken met feitenmateriaal. Van tijd tot tijd mis je wel dat het materiaal met concreetheden wordt vastgepind: wat is bijvoorbeeld de oplage van de krant is en wat precies de verhouding ten opzichte van de andere kranten.
Doorvragen is ook niet de sterkste kant van de makers. Zo zit Molenaar met de vraag aan de hoofdredacteur of een affaire vergelijkbaar met die van Bill Clinton ook de voorpagina’s van The Daily Mail zou halen, op een mooi spoor. Maar dat blijft steken bij de constatering dat als de Keniaanse president op iets dergelijks betrapt zou worden, het waarschijnlijk onmogelijk zou zijn daar iets over te schrijven. Jammer, want van die hoofdredacteur zou je best wat meer over zijn mening omtrent journalistieke ethiek willen weten. Onoverkomelijk is dit echter bij lange na niet, want het sterke punt van The Daily Nation is dat Molenaar en Van Wijk de sfeer van een onder zware omstandigheden opererend, dynamisch en bevlogen bedrijf treffend weten neer te zetten. Zonder te hoeven grijpen naar mooifilmerij of quasi-veelbetekenende plaatjes.
Chris Buur