THE COVE
Knuppelen met Flipper
De makers van actiedocumentaire the cove ontdekten een massaslachting onder dolfijnen. De Japanners zijn er niet blij mee.
Na het zien van the cove lekker in je luie stoel achterover leunen? Vergeet het maar. Op de website takepart.com/thecove kun je een petitie tekenen, een brief schrijven aan Obama of geld doneren. Dat alles om de grootschalige jacht op dolfijnen van met name Japan een halt toe te roepen. Het is niet alleen een multimediale benadering van documentaire maken, het documentairegenre wordt hier ingezet als pressiemiddel in de verwezenlijking van een politiek doel.
Die tactiek lijkt te werken: de film wint vrijwel overal de publieksprijs — vermoedelijk ook op IDFA, waar actiedocumentaires het altijd goed doen — en zorgde in Tokio, in het hol van de leeuw, voor de nodige opschudding. Dolfijnjagers die door de filmmakers aan de schandpaal worden genageld, hadden vermoedelijk liever gezien dat de missie van regisseur Louie Psihoyos, voormalig onderwaterfotograaf van National Geographic, en Ric O’Barry, die de beroemde flipper-dolfijnen trainde en zich nu tegen iedere vorm van gevangenschap heeft gekeerd, volledig mislukt was.
Doodongelukkig
Bewapend met in rotsen verstopte en als gebladerte vermomde cameraatjes vloog de filmcrew naar Taiji, met als doel een schandaal aan het licht te brengen. De bloeiende dolfinaria-industrie in dit Japanse kustplaatsje lijkt te wijzen op een grote liefde voor het zoogdier, in werkelijkheid gaat het om een dekmantel. Taiji is namelijk ’s werelds grootste leverancier van dolfijnenvlees. Het vermoeden bestond dat in een door steile rotsen omringde baai, waar de autoriteiten er met prikkeldraad en ‘Keep away’-borden alles aan doen om nieuwsgierigen buiten te houden, massaslachtingen plaatsvonden. Maar bewijs daarvoor ontbrak, dus zat er voor de filmmakers niets anders op dan het dagelijkse bloedbad stiekem te filmen.
De met een nachtcamera gedraaide infiltratie in de baai vormt de spannende spil van deze omgekeerde heistfilm. Daaromheen wil O’Barry de kijker ervan overtuigen dat in gevangenschap levende dolfijnen doodongelukkig zijn en wordt de International Whale Commission in beeld gebracht als een vleugellamme club diplomaten die de dolfijn volledig links laat liggen. ‘Activist’ en ‘documentairemaker’ vallen samen en daardoor ontbreekt iedere afstand tot het onderwerp. Toepassing van het journalistieke principe hoor- en wederhoor is niet eens overwogen. Een klassiek staaltje propaganda, en het is, door de bevlogenheid van de makers en de vlotte opeenvolging van argumenten, verdomd verleidelijk daarin mee te gaan.
Wat vóór de film pleit, is dat er geen enkele poging wordt ondernomen dit te verhullen. Vanaf de eerste minuut leggen Psihoyos en O’Barry hun kaarten op tafel, een openheid die eerlijker is dan de schijnobjectiviteit van veel andere documentaires. Of je je door het verhaal van de makers laat meeslepen, zal dus veel meer een politieke dan een journalistieke reden hebben.
Niels Bakker