THE CEMENT GARDEN

Er was eens een gezin...

  • Datum 01-11-2010
  • Auteur
  • Gerelateerde Films THE CEMENT GARDEN
  • Regie
    Andrew Birkin
    Te zien vanaf
    01-01-1992
    Land
    Engeland/Frankrijk/Duitsland
  • Deel dit artikel

Tien jaar heeft regisseur Andrew Birkin er over gedaan om de verfilming van Ian McEwans boek The cement garden van de grond te krijgen. De roman werd in 1978 met veel lovende kritiek ontvangen, maar bleek in de jaren tachtig een te controversieel verhaal voor Hollywood. Birkin, die vooral zijn sporen heeft verdiend als scenarioschrijver (The name of the rose), moest op zoek naar Europese financiers. Die vond hij uiteindelijk in de persoon van Bernd Eichinger, die hem als tegenprestatie Salt on our skin liet regisseren. Een package-deal die in ieder geval voor The cement garden goed is uitgepakt.

The cement garden gaat over een Engels gezin, dat door zijn isolatie aandoet als een groepje Guinese biggetjes in een laboratorium. Het was dus zaak een groepje kinderen te vinden dat met elkaar overweg zou kunnen als ware het een gezin. Voor een deel zocht Birkin de oplossing in eigen omgeving: nichtje Charlotte en zoontje Ned (zus Jane viel af als moeder wegens te drukke werkzaamheden elders). De andere twee kinderen Jack en Sue werden gevonden na honderden camera-testen. Julie (Charlotte Gainsbourg) en Jack (Andrew Robertson) nemen als oudsten het roer in handen als kort na hun vader ook hun moeder komt te overlijden. Ze moeten in ieder geval de schijn van enige organisatie op weten te houden om uit het kindertehuis te blijven. Moeder kan ook niet dood gemeld worden bij de instanties, want dan zijn ze sowieso de klos. Dus zit er niets anders op dan haar te begraven in de kelder.
Hun kinderlogica ziet daar helemaal geen been in. Jack had al wat ervaring opgedaan als gedwongen hulpje van zijn vader bij het cement-mengen. Een metalen kast met cement moet dan maar als graf dienen. Deze oplossing was hem per toeval aan de hand gedaan, toen zijn vader met een hartaanval voorover in het natte cement viel. Als vader naar het ziekenhuis is afgevoerd, strijkt de zoon zijn afdruk in het cement glad. Een gebaar dat zo sober in beeld is gebracht, dat je als kijker nauwelijks de kans krijgt er enige symboliek in te zien. De vader zou het zo gewild hebben en tegelijkertijd wist de zoon zijn beeld uit.

Niemandsland
De kinderen staan voor een nieuwe generatie die op hun eigen voorwaarden het leven voortzet dat hun ouders zijn begonnen. Een dun gegeven in een magere setting. De abstractie van een eigentijds sprookje dat in sommige opzichten te vergelijken is met het los van alles staande samenlevinkje in De Noorderlingen. In dit geval geen beginnende samenleving, maar de allerkleinste eenheid, het gezin, op de puinhopen van het industriële tijdperk. Ze bewonen een huis, dat niet meer is dan een cementen blokkendoos omgeven door een steenwoestijn, die blijkens de produktiegegevens in het Londense havengebied te vinden is.
De overall-crisis van de moderne maatschappij is een tamelijk ‘roept-u-maar-gegeven’ dat heel vervelend kan uitpakken. De kwaliteit van het verhaal voorkomt dat, want er valt hoop te putten uit de anarchistische nieuwe aanpak van de kinderen. Egocentrische beesten zijn het, die in de eerste plaats op directe zelfbevrediging uit zijn. De beschaving die ze de rug toekeren, is geen haar beter, alleen is deze wel zo beschaafd dat niet toe te geven. Natuurlijk wel een beetje artificieel, zo’n clubje kinderen dat maar gewoon zijn gang kan gaan, zonder dat de autoriteiten ingrijpen, maar het krijgt nooit die Pietje Bell-sfeer waardoor je het een kinderfilm zou kunnen noemen.

Moderne Oedipus
Het gezin wordt opgeblazen of eigenlijk is het een implosie, het keert zich in zichzelf. De grootste egocentrist is Jack, met vijftien jaar de oudste jongen. Rondom zijn isolement draait de hele film. Hij beschouwt zijn broertjes en zusjes en ook zijn vader en moeder als vreemdelingen, waar hij eigenlijk niets mee te maken wil hebben. Het liefst zondert hij zich af op zijn kamer of in een smerig hutje tussen de puinhopen, om zich met seksblaadjes af te trekken. Een langharige, puistige slungel die het allemaal geen barst kan schelen. Zijn nihilistische non-belevenissen worden op de voet gevolgd door de jonge cameraman Stephen Blackman, wiens werk zorgt voor de nodige dynamiek van de noodlottige gebeurtenissen. Het verhaal ontwikkelt zich in een naar het middelpunt draaiende spiraal en dat blijft boeien.
Adembenemend mooi is de dood van de vader gekoppeld aan de zelfbevlekking van Jack, onderwijl deserterend van het cementscheppen. Het begraven van de moeder drijft de kinderen tot elkaar, ze sluiten een verbond om vrij te kunnen blijven. Ook seksueel sluiten ze kort, het jongste broertje speelt vader en moedertje met zijn vriendje en een jonge bronstige zakenman die zijn oog op Julie heeft laten vallen wordt buitenspel gezet, doordat zij met Jack openlijk het incest-taboe doorbreekt. Een in tegenstelling tot die van Oedipus bewuste keuze, die het noodlot zo mogelijk nog heviger tart en de buitenwereld in ieder geval een stoot onder de gordel geeft.

Eddy van der Meer