The Battle of Algiers

Wedstrijd in wreedheid

  • Datum 07-06-2012
  • Auteur
  • Gerelateerde Films The Battle of Algiers
  • Regie
    Gillo Pontecorvo
    Te zien vanaf
    01-01-1966
    Land
    Italië/Algerije
  • Deel dit artikel

The Battle of Algiers (1966) was de eerste film die een verpletterend beeld gaf van de wreedheid van een stedelijke guerrillaoorlog. De imponerende klassieker is lesmateriaal geweest voor zowel de Black Panthers en de IRA als het Pentagon.

"Rustig, maak je geen zorgen", zegt een Franse soldaat in 1957 in een martelkamer in Algiers tegen een halfnaakt, iel mannetje. Wil hij dat hij en zijn collega’s stoppen met martelen? Voor wat hoort wat, dus hij moet wel de schuilplaats van een guerrillaleider verraden. Terwijl het mannetje in een Frans soldatenuniform wordt gehesen, horen we op de soundtrack de ‘Matthäus Passion’. Het is de aankondiging van wat komen gaat: een lijdensverhaal, dat alle elementen uit het christelijke oermodel bevat. Lijden, wreedheid, marteling, zelfopoffering, verraad en dood zijn verenigd in een passieverhaal over de wrede Algerijnse onafhankelijkheidsoorlog, die tussen 1954 en 1962 een verbijsterend aantal slachtoffers eiste. Naar schatting 300 duizend Algerijnse guerillastrijders, 17 duizend Franse soldaten en tussen de 350 duizend (Franse schatting) en 1,5 miljoen (Algerijnse schatting) Algerijnse burgers kwamen om het leven.
De strijd was zo meedogenloos, omdat Frankrijk Algerije niet als een kolonie, maar als Frans grondgebied beschouwde. Anders dan bij Tunesië en Marokko, die beide in 1956 onafhankelijk werden, wilde Frankrijk Algerije niet loslaten. De uitzichtloze oorlog leidde tot een politieke crisis in Frankrijk die de staat in gevaar bracht. Ten einde raad gaf het parlement president Charles de Gaulle een volmacht om een oplossing te zoeken. De held uit de Tweede Wereldoorlog besefte dat deze oorlog niet gewonnen kon worden en vier jaar later vierde Algerije de onafhankelijkheid.

Stroomstoten
The Battle of Algiers, die in 1966 de Gouden Leeuw won in Venetië, richt zich op de periode tussen 1954 en 1957, toen alle remmen losgingen in de strijd en beide kanten grenzeloze wreedheden begingen. De Italiaanse regisseur Gillo Pontecorvo baseerde zich op de herinneringen van de Algerijnse guerrillaleider Yacef Saadi, die ook een rol speelt in de film. De strijd is aan Algerijnse kant gepersonifieerd in de analfabetische twintiger Ali la Pointe, die voor een akkefietje in de gevangenis belandt. Dat de knul op de binnenplaats gevangenen onder de guillotine ziet belanden, doet zijn haat tegen de Fransen oplaaien. Als hij na vijf maanden uit de gevangenis komt, heeft de bevrijdingsbeweging FLN (Front de Libération Nationale) er een fanatieke strijder bij, die zich tot leider opwerkt.
De tactiek van het FLN is met terreur angst zaaien onder de Franse bevolking in Algerije. Franse politieagenten worden op straat doodgeschoten, er zijn bomaanslagen in cafés en vanuit auto’s wordt op willekeurige burgers geschoten. Het Franse leger, gepersonifieerd in legerkapitein Philippe Mathieu, slaat bikkelhard terug. Het martelen van arrestanten wordt standaardpraktijk. Een aangrijpende sequentie toont onder het geluid van religieuze orgelmuziek afwisselend beelden van een huilend vrouwengezicht en martelen, zoals waterboarden, aan een stok ophangen, het geven van stroomstoten en het op de huid richten van een gasvlam. De beeldenreeks, die laat zien dat Pontecorvo een groot bewonderaar was van Sergej Eisenstein, is een verbluffend effectief staaltje montagetechniek.

Pyrrusoverwinning
Om het verzet uit te roeien, wil het Franse leger het FLN stuurloos maken door de leiders kost wat kost op te pakken. Als het leger de kasba afsluit, zit Ali le Pointe als een rat in de val. Hier duikt het mannetje uit het begin van de film weer op. Door de Fransen in de Judasrol gedwongen, verraadt het mannetje de schuilplaats waar Ali en een paar medestrijders, onder wie een jochie, zich verborgen houden. Als hij zich niet overgeeft, laat de Franse legerkapitein rücksichtslos de plek opblazen. De Fransen hebben gewonnen: het FLN is onthoofd en het leger beheerst de kasba.
Maar de epiloog maakt duidelijk dat het een pyrrusoverwinning was: de Fransen wonnen de slag, maar verloren de oorlog. Na twee jaar relatieve rust laait de strijd massaler op dan ooit tevoren en zijn de Fransen gedwongen om Algerije zijn onafhankelijkheid te geven. De conclusie is duidelijk: een door het volk gesteunde guerrilla kan niet worden verslagen. Door die boodschap werd de film later populair bij guerrillagroepen als de Black Panthers en de IRA.
Toch klopt die romantische conclusie over het volk als een onverslaanbare eensgezinde vrijheidslievende kracht maar half voor Algerije. Zeker: het FLN werd gesteund door het volk, maar het dwong die steun met geweld af. Wie niet vóór het FLN was, was tegen. En wie tegen het FLN was, liep kans om vermoord te worden. Dat het FLN concurrerende vrijheidsgroepen, waaronder islamitische, met geweld uitschakelde, is een belangrijke oorzaak van de duistere Algerijnse burgeroorlog in de jaren negentig. Dat de FLN niet alleen tegen de Fransen vocht, maar ook wist wat goed was voor iedere Algerijn, is te zien in de scène in The Battle of Algiers waarin de vrijheidsbeweging alcohol, drugs en prostitutie verbiedt. Dat het geen loze woorden zijn, bewijst Ali als hij een pooier, een vroegere vriend van hem, doodschiet. Politieke romantici die denken dat guerrillastrijd en een betere wereld per definitie twee kanten van dezelfde medaille zijn, kunnen The Battle of Algiers beter overslaan.

Jos van der Burg

Pentagon op filmles

The Battle of Algiers werd in ultralinkse kringen in de jaren zestig en zeventig niet alleen gezien als een meeslepende, maar ook als een leerzame film. De Black Panthers, die met geweld de heersende blanke orde in Amerika te lijf gingen, spiegelden zich aan de Algerijnse vrijheidsstrijders in de film. Ook hun strategie was om met terreuraanslagen de vijand maximale angst aan te jagen. Nauwkeurig bestudeerden ze de gedetailleerd getoonde terreurdaden in de film. Ook de IRA putte als stedelijke guerrillabeweging inspiratie uit de film.
De ironie wil dat ook guerrillabestrijders wijzer hoopten te worden van de film. Na de verovering van Irak vertoonde het Pentagon in 2005 The Battle of Algiers aan militaire beleidsmakers. De film liet volgens haar zien hoe het niet moest, want de Fransen wonnen de strijd tegen het terrorisme, maar verloren de oorlog om ideeën. Het resultaat was dat kinderen zonder pardon soldaten neerschoten, vrouwen bommen in cafés legden en de hele Arabische bevolking in de greep raakte van een krankzinnige opwinding. Zo moest het dus niet in Irak, was volgens het Pentagon de les van de film. Het Amerikaanse leger zou de harten van de Irakezen gaan veroveren. Inmiddels weten we wat daarvan terecht is gekomen.
Overigens is het de vraag wat het werkelijke doel van de filmvertoning was. Waarom kondigde het Pentagon deze openlijk aan als het doel was militairen iets te leren? Waarom moest de buitenwereld dit weten? Was de vertoning een propagandamanoeuvre om de wereld te laten geloven dat de Amerikanen bij de bezetting van Irak niet dezelfde fouten als de Fransen in Algerije zouden maken? Dat ze niet als brute bezetters zouden optreden, maar democratie kwamen brengen? Dat woord doet het nu eenmaal beter dan olie als je een land binnenvalt.

JvdB