THE ASSASSINATION OF RICHARD NIXON
Kaper op de kust
Sean Penn speelt een uitgerangeerde kantoormeubelenverkoper die uit frustratie het plan opvat om Richard Nixon te vermoorden.
Mohammed Atta en de zijnen waren niet de eersten die een vliegtuig in het Witte Huis wilden boren. Op 22 februari 1974 vocht de toen vierenveertigjarige Amerikaan Samuel Byck zich al schietend bij een vliegtuig naar binnen dat geparkeerd stond op de luchthaven van Baltimore. Hij had het even bizarre als radeloze plan om het toestel te laten neerstorten op het Witte Huis om zo de toenmalige Amerikaanse president Richard Nixon te vermoorden. Het vliegtuig steeg nooit op. Byck vermoordde een van de piloten, verwondde de andere en schoot zichzelf neer voordat het toestel van de grond kwam.
Verwacht echter geen sensatie in het speelfilmdebuut van Amerikaan Niels Mueller. Hij baseerde The assassination of Richard Nixon weliswaar op het mislukte plan van Byck (in de film Bicke geheten als verwijzing naar die andere desperado Travis Bickle uit Taxi driver). Maar hij graaft vooral naar het karakter van deze vergeten terrorist annex verkoper van kantoormeubilair. Wat bezielde deze man om in zijn eentje tot zo’n groteske actie te komen?
Zelfvernietiging
Dat Bycks leven tot in details te achterhalen is, komt omdat hij zelf de aanwijzingen achterliet: hij sprak het plan voor de aanslag met nog wat opmerkingen over de onrechtvaardigheid in de wereld in op tape en stuurde die naar zijn favoriete componist Leonard Bernstein, die volgens Byck nog ‘puur’ was. Hij was niet gecorrumpeerd door de leugenachtigheid en het materialisme van de rest van de wereld. Bernstein zou zijn verhaal wel begrijpen.
The assassination of Richard Nixon is een halfgeslaagde verbeelding van zelfvernietiging. Bicke terroriseert vooral zichzelf. Anderen doen het fout, hij niet. Bicke wil ontsnappen aan de middelmaat, hij wil ook de erkenning en het succes dat hij om zich heen ziet maar hij mislukt in alles wat hij probeert. Het laatste houvast verdwijnt als zijn vrouw (Naomi Watts) vertrekt en de kinderen meeneemt. Hij snapt er niks van. Hoe kan iemand nou niet van hem houden? Min of meer toevallig wordt Richard Nixon de verpersoonlijking van alles wat Bicke tegenstaat — of tegenwerkt, zoals hij het ziet — en de aanslag wordt een middel om hem uit de middelmaat te tillen. Maar zelfs die mislukt, zoals bekend.
Sean Penn zet de met drogredeneringen en ingehouden woede gecamoufleerde wanhoop en uitzichtloosheid van Bicke’s bestaan akelig overtuigend neer. Soms zelfs té overtuigend maar dat heeft ook met het hermetische scenario te maken. Bicke’s opgekropte woede en voortdurende weigering de feiten onder ogen te zien, verstikken de film soms zodanig dat het kijken ernaar ongemakkelijk wordt. Zelfs zijn beste vriend (Don Cheadle) raakt maar niet overtuigd van zijn maatschappelijke analyses (‘Jij bent zwart, jij zou het moeten begrijpen’). En de bank wil ook al geen lening verstrekken. Alleen de vliegtuigscène aan het eind geeft lucht aan het verhaal. Maar dat is dan ook meteen het einde van de film. The assassination of Richard Nixon draait net als Bicke door in zijn eigen ellende.
Ronald Rovers