TEMPTATION OF A MONK
Clara Law: In de spleet tussen twee rotsen groeit de mooiste plant

De videotheek heeft er een aparte hoek voor ingeruimd: films met krijsende Chinezen die gewapend met een zwaard hun vijanden driest te lijf gaan. Deze ‘swordsmen movies’ worden gemaakt in Hong Kong. Maar pulp is niet het enige dat deze filmindustrie voortbrengt. Van Clara Law, bekend van films als Farewell China (1990) en Autumn moon (1992), is binnenkort Temptation of a monk te zien. Een epos dat een kruising lijkt van haar eerdere, intieme werk met het genre van de ‘swordsmen movie’. Een interview met "een avantgardiste die de Hong Kong film in het buitenland een nieuw imago heeft gegeven", zoals zij zichzelf typeert.
Clara Law (36), een frêle, gracieuze verschijning, spreekt met heilige ernst over haar werk. Haar volledige naam verraadt haar afkomst: Clara Law Chuck Yiu. Als kind van Chinese emigranten werd zij geboren in Macao. Ze behaalde een graad in de Engelse literatuur aan de universiteit van Hong Kong, volgde de filmacademie in Londen en woont en werkt nu in Hong Kong. Emigratie en het verlies van oude Chinese tradities is een terugkerend gegeven in haar films. De naderende soevereiniteitsoverdracht aan Peking in 1997, dat als een zwaard van Damocles boven de kroonkolonie hangt, geeft deze thematiek een actuele meerwaarde. Zelf piekert Law er niet over om Hong Kong te verlaten. "Met mijn verleden voel ik me hier uitstekend thuis."
Ascetisch leven
Autumn moon, de vijfde speelfilm van Law was twee jaar geleden een van de ontdekkingen op het filmfestival van Locarno, waar hij de Gouden Luipaard in de wacht sleepte. In deze film vormt de hedendaagse architectuur in Hong Kong van beton, glas en staal als decor voor de ontmoeting tussen een Japanse toerist en een jong Chinees meisje, van wie de ouders naar Amerika zijn geëmigreerd. Op het eerste gezicht lijkt Law met haar nieuwste film, Temptation of a monk, een nieuwe weg te zijn ingeslagen.
Het bij vlagen tragikomische, historische drama, gebaseerd op een roman van Lilian Lee, speelt zich af in China tijdens de Tang-dynastie (618 tot 907 na Chr.). Als de oude keizer op sterven ligt ontbrandt er een strijd tussen zijn twee zonen om de opvolging. De beslissing valt als een militaire leider, generaal Shi, in dienst van een van de strijdende zoons, in het geheim overloopt naar de andere kant. Dit laffe verraad leidt tot een gruwelijke dood van de bedrogen zoon. De rest van de film staat in het teken van generaal Shi’s pogingen om met zijn geweten, dat danig begint op te spelen, in het reine te komen. Een ascetisch monnikenleven lijkt hem de aangewezen weg, maar hij kan de wereldse verleidingen niet weerstaan. Bovendien weten ook zijn vijanden hem in het klooster te vinden. Voor Shi is behendigheid met het zwaard dan ook een eerste levensvereiste.
Veel ketchup
"De Tang-dynastie is de populairste periode uit de Chinese geschiedenis", stelt Law. "De man die zijn broer doodde om keizer te worden, wordt beschouwd als de beste keizer die China ooit heeft gekend. Dat is verklaarbaar, want tijdens de Tang-dynastie beleefde China zowel cultureel als economisch een grote bloeiperiode." Temptation of a monk is de eerste grote publieksfilm van Law. Niettemin beweert ze dat haar nieuwste film thematisch wel aansluit op haar eerdere, intiemere werk. "Temptation of a monk is geen gewone kostuumfilm. In de tijd waarin de film zich afspeelt waren zaken als eer, loyaliteit en integriteit nog belangrijk. In deze film voer ik ze weer op. In zeker zin pleit ik voor een herstel van deze oude waarden. Iets wat ik in wezen in mijn eerdere films ook al deed."
Het eerste deel van Temptation of a monk herinnert aan een epos als Kagemusha van de Japanse regisseur Akira Kurosawa, waarin het ook niet ontbreekt aan massascènes, wapengekletter en veel ketchup. Law heeft er elementen uit de ‘swordsmen movies’ aan toegevoegd, zoals de in slow-motion uitgevoerde acrobatische toeren van de krijgers. Volgens Law zijn deze actiescènes niet louter effectbejag. "Het bloed en het geweld maken deel uit van de chaotische toestand waarin de hoofdpersoon verkeert. Iemand die van discipline zijn beroep heeft gemaakt, verliest die plotseling. De verwarring die dan ontstaat vind ik interessant. De hoofdpersoon vraagt zich vertwijfeld af: wat heb ik in godsnaam gedaan?"
Hoewel generaal Shi als monnik uiteindelijk tot religieuze verlichting lijkt te komen, heeft Law het zelf niet zo op religie. "In mijn ogen staat religie gelijk aan het navolgen van dogma’s. In de film maak ik dat ook een beetje belachelijk. Die oude taoïstische leermeester bij wie Shi zijn intrek neemt breekt voortdurend met de regels."
Vrijblijvende kunst
Meer dan eens praat Law tijdens het gesprek over de Chinese cinema. Zij lijkt daarmee vooral te doelen op de samenwerking tussen de filmindustrieën van China, Taiwan en Hong Kong, die een aantal succesvolle films heeft opgeleverd, zoals Farewell to my concubine van Chen Kaige. Ook die film is gebaseerd op een boek van Lilian Lee, werd geproduceerd met Taiwanees geld en gerealiseerd met een cast en een crew afkomstig uit de drie landen. Over vrijheid van meningsuiting heeft Law een opmerkelijke opvatting. Ook op filmgebied is deze kwestie in China een hot item, zoals onlangs nog bleek tijdens het laatste Filmfestival Rotterdam, toen de Chinese overheid protesteerde tegen de vertoning van een aantal recente Chinese films en aankondigde de recente relatieve culturele vrijheid weer in te zullen perken. Law: "Chinezen hebben altijd met censuur te maken gehad. Ik denk dat enige beperkingen geen slechte invloed uitoefenen op de creativiteit van kunstenaars. Totale artistieke vrijheid, zoals wij in Hong Kong hebben, leidt tot vrijblijvende kunst. Er is een oud Chinees gezegde: in een spleet tussen twee rotsen is weinig voedsel, maar daar groeit wel de mooiste plant." Over de toekomst van China is Law dan ook niet pessimistisch: "Ik heb het gevoel dat de Chinezen open en vrij genoeg zijn om de strijd voort te zetten. Dat is de reden dat ik wil blijven filmen in China. Dat spanningsveld trekt me enorm aan."
Ondanks haar affiniteit met het grote buurland ziet Law ook duidelijke cultuurverschillen. "Wij zijn als Hong Kong-Chinezen erg gesteld op onze privacy. In China kent men dat niet. Toen ik daar aan het draaien was liep men om de haverklap mijn kamer binnen. Als je daar iets van zei, dan keek men je niet-begrijpend aan." De in 1989 bloedig neergeslagen studentenopstand op het Plein van de Hemelse Vrede is voor Law wel degelijk een issue, maar een film zal zij er niet over maken. "Het is niet zo dat mijn films helemaal losstaan van de politiek. Farewell China bijvoorbeeld is af en toe wel degelijk politiek geladen. Iemand die zijn vaderland verlaat, zoals in deze film, zal daar ook politieke motieven voor hebben. Maar een politieke motivatie bij het filmen zou mijn creativiteit beperken. Politiek versluiert de ware, emotionele inhoud van een kunstwerk. Je komt daarmee al gauw op een zijspoor terecht."
Ontoegankelijke films
In Europa is Hong Kong wat betreft de gewelddadige exploitatiefilm voorbijgestreefd door Stallone, Schwarzenegger en Van Damme. Vandaar dat veel producenten in Hong Kong zich na de Kung Fu film hebben toegelegd op een nieuw genre: de high-tech science fiction, geïnspireerd op Japanse strips. Law: "De geschiedenis van de cinema in Hong Kong is altijd al voornamelijk bepaald geweest door de commercie. Eind jaren zeventig was er een ‘new wave’ met regisseurs als Ann Hui en Tsui Hark. Maar toen ik in 1985 terugkwam uit Engeland was die opleving alweer voorbij. De afgelopen tien jaar is het met de artfilm bij ons nogal droevig gesteld. Voor regisseurs als ik is in Hong Kong eigenlijk geen plaats. De bioscopen zijn alleen geïnteresseerd in blockbusters van gevestigde producenten."
"Natuurlijk probeer ook ik naar het publiek te luisteren. Ik maak geen ontoegankelijke films. Maar bij sommige van mijn vroegere films was ik genoodzaakt om concessies te doen. Zoiets frustreert mij enorm. Maar als ik aan alle wensen van mijn producenten zou moeten voldoen, was ik allang gestopt met dit vak." Law blijft eigenzinnig haar weg vervolgen. Zelfs op het uitgekauwde genre van de ‘swordmen movie’ weet zij met Temptation of a monk een eigen stempel te drukken. "De manier waarop ik in deze film actiescènes regisseer is voor Hong Kong onconventioneel. De camera neemt geen vast standpunt in maar zweeft voortdurend rond. Dat zijn stilistische keuzes die niet altijd worden gewaardeerd."
In de afgelopen drie jaar zijn volgens Law films uit Hong Kong in China uitermate populair geworden. "Onze distributeurs hebben China met zijn miljard inwoners ontdekt als een interessante afzetmarkt. Die ontwikkeling vind ik verontrustend. Het zal in de toekomst ongetwijfeld zijn uitwerking hebben op de Chinese artfilm."
Viktor Frölke
Wouter Groen