TEARS OF THE BLACK TIGER
Verdriet van een revolverheld
Een knappe bandiet en een prachtig meisje van hoge komaf beleven een onmogelijke liefde in het camp-spektakel Tears of the black tiger, dat voorafgaand aan een Nederlandse distributie in Rotterdam te zien is.
Toen Dum en Rumpoey elkaar als kinderen voor de eerste keer zagen, wisten ze het zeker: wij zijn voor elkaar bestemd! Maar wanneer ze de volwassenheid hebben bereikt ziet alles er minder rooskleurig uit. De onweerstaanbare Dum (Chartchai Ngamsan) is lid geworden van de Zwarte Tijgers Bende en tot de meest gevreesde revolverheld van Thailand uitgegroeid; bloempje Rumpoey (Stella Malucchi) slijt haar dagen onder hoede van haar vader, de gouverneur van Bangkok, die dochterlief heeft uitgehuwelijkt aan zijn kapitein. De liefde tussen de twee tortelduifjes is gebleven doch de kans op een paradijselijke toekomst wordt van alle kanten tegengewerkt.
Regisseur Wisit Sasanatieng en producent Nonzee Nimibutr wisten in de Thaise superhit Nang nak (1999) hun drang naar overdrijving nog enigszins te beperken, maar schoten ditmaal volledig door hun remmen: Tears of the black tiger is melodrama en kitsch in de allesovertreffende trap. Na het zien van een klassieke tranentrekker van landgenoot Ratana Pestonji voelde Sasanatieng zich geroepen een nieuwe versie te maken die tegelijk ‘de eerste postmoderne Thaise film’ moest worden. Met een achtergrond in reclamefilmpjes en art direction wist hij in ieder geval hoe hij ondanks een bescheiden budget het onderste uit de kan kon halen. De film ziet er dan ook prachtig uit: een geschilderde zonsondergang gloeit van de decors af, tijdens een romantische boottocht wordt een meer vol duizenden bloeiende waterlelies doorkruist, en in de aktiescènes valt geen middelmatige kadrering te bespeuren.
Orgeldraaier
Sasanatieng vermengt spaghetti western, jaren vijftig-romantiek en klassieke Thaise cinema tot een bizarre potpourri en smeert de camp er dubbeldik op, alsof lulligheid geen tijd kent. Maar juist met zo’n vreselijk simpel verhaal ligt een diepe gaap immer op de loer. Om dat te vermijden laat de regisseur zijn film net zo flitsend alle kanten opschieten als Dum zijn kogels acrobatische toeren laat uithalen. Flashforwards en flashbacks moeten de aandacht vasthouden, en dat lukt vooral wanneer de heldendaden van Dum en zijn vriend Mahesuan (Supakorn Kitsuwan) worden getoond. De stripboekachtige sfeer wordt op die momenten tot de uiterste technische consequentie doorgevoerd, waarbij Sergio Leone’s Once upon a time in the west letterlijk wordt geciteerd en tijdens een duel de kogels zelf met elkaar in vuurgevecht gaan. Het melodrama en de romantiek worden echter niet naar een andere dimensie getild. Zoeter dan mierzoet gaat eenvoudigweg niet en als de muziek dan ook nog eens klinkt alsof een zwaar overspannen orgeldraaier er nog een paar tandjes bovenop legt, hoop je dat Dums kogelregens en het komische machismo van Mahesuan snel terugkeren. Dan blijkt dat Tears of the black tiger niet alleen het publiek in twee kampen verdeelt, maar dat zelfs de geamuseerde kijkers zich af en toe in de verkeerde zaal wanen.
Mike Lebbing