TAMARA DREWE
Wie ooit my beautiful laundrette zag, weet dat Stephen Frears veel beter kan dan het vermakelijke tamara drewe.
Het is niet bepaald deep throat tussen de rododendrons maar Stephen Frears‘ overspeldrama tamara drewe wil wel een beetje stout zijn. De film doet denken aan een pikante Agatha Christie of een lauwkomische Claude Chabrol waarin de term whodunnit een heel nieuwe betekenis heeft gekregen. Het decor is ideaal: een schattig Brits dorpje in het idyllische Dorset met een boerderij vol hitsige schrijvers en een rondhuppelende columniste in hoog uitgesneden spijkerbroek. Frears baseerde de film op de gelijknamige strips van de Britse Posy Simmonds die op hun beurt weer een bewerking zijn van Thomas Hardy’s boek Far from the madding crowd uit 1874. De plot is snel verteld: Tamara Drewe keert terug naar haar geboortedorp en vervolgens wil iedereen seks.
Met zo’n uitgebreide cast is het de kunst om ieder personage een duidelijk profiel te geven en dat is Frears aardig gelukt, al blijven het allemaal karikaturen. Maar dat was de bedoeling ook. Behalve de schrijvers en Tamara Drewe verschijnen de dorpsbink, een bedrogen echtgenote, een popster, de vriendin van de popster, de hond van de popster, een stel koeien en twee pubermeiden die eerst als een Grieks koor commentaar leveren op de verwikkelingen maar later voor het gemak ook met iemand in bed duiken.
Neus
Dat Frears een komedie wilde maken over de vrijage tussen hoge en lage cultuur is duidelijk. Hij laat schrijvers erover discussiëren, hij voert opzichtige karikaturen op en stuurt het verhaal op cruciale momenten via een deus ex machina, een plotmechanisme dat schrijvers doorgaans inzetten zodra ze niks beters kunnen bedenken. Met als resultaat een film die doet denken aan een driestuiverroman. Bovendien is Frears waarschijnlijk de eerste regisseur in de geschiedenis die een hele film construeerde rond een neus. Want het is Drewe’s recente neuscorrectie die haar zo begerenswaardig maakt en het hele verhaal in gang zet. Frears gebruikt met opzet de mechanismen van het platte vermaak om een boodschap te vertellen.
En daar zit het probleem. Want wat wil Frears nou eigenlijk beweren? Dat we allemaal kwetsbare mensen zijn? Goh. Dat iedereen het met iedereen doet? Tja, en dan? Dat we allemaal worden voortgedreven door dezelfde driften? Freud ooit gelezen? Wat Frears ook wilde zeggen, het blijft hangen in oppervlakkigheden. Na afloop zingt alleen nog rond dat de hoofdrolspeelster ongestraft met drie mannen het bed in dook. Want dat voorrecht was in films altijd voorbehouden aan de andere sekse.
Ten slotte iets persoonlijks. Frears’ my beautiful laundrette en sammy and rosie get laid behoren tot de mooiste films die ik in mijn jeugd heb gezien. Twee films die mijn liefde voor cinema sterk hebben beïnvloed. Hoewel het een vermakelijke film is, haalt tamara drewe nergens het niveau van dat eerdere werk. Jammer, want Frears kan echt beter.
Ronald Rovers