STANDARD OPERATING PROCEDURE

Getuige zijn, 24 keer per seconde

  • Datum 06-01-2011
  • Auteur
  • Gerelateerde Films STANDARD OPERATING PROCEDURE
  • Regie
    Errol Morris
    Te zien vanaf
    01-01-2008
    Land
    Verenigde Staten
  • Deel dit artikel

standard operating procedure laat zien dat we de foto’s uit Abu Ghraib, die we dachten van buiten te kennen, nog niet goed bekeken hebben.

"Film is de waarheid, 24 keer per seconde", luidt Godards beroemde credo. Aan de basis van die uitspraak staat het idee dat foto’s ons de waarheid tonen. Voormalig privédetective Errol Morris tornt in standard operating procedure aan dat idee op basis van de beruchtste serie foto’s van het afgelopen decennium: die van de misdragingen door Amerikaanse soldaten in de Irakese Abu Ghraib-gevangenis. Morris is het niet om de gevangenen te doen: zijn film laat alleen de soldaten zelf aan het woord. En allemaal hebben ze een excuus, een reden waarom aan hun handen geen bloed kleeft. Zoals Lynndie England, het gezicht van het Abu Ghraib-schandaal, die de schuld in de schoenen van haar meerdere en geliefde Charles Graner schuift. Of sergeant Tony Diaz, die een gevangene alleen vasthield terwijl een CIA-ondervrager hem doodmartelde. Hij wist dat hij niet verantwoordelijk was, stelt hij. Maar die druppel bloed op zijn shirt zat hem toch niet lekker.
Morris stelt overigens dat hij wel getracht heeft de betrokken gevangenen te spreken, maar dat dit door de mazen in het Amerikaanse systeem simpelweg onmogelijk was. Of ze nog leven, en zo ja waar dan, is niet te achterhalen. Ook over die mazen gaat standard operating procedure, onder andere. Maar vooral gaat de film over die foto’s. Of eigenlijk: over wat er níet in te zien is, wat net buiten het kader, net buiten het moment van opname aan de hand was.

Schandpaal
Morris’ film ging in februari 2008 in première op het filmfestival van Berlijn en is inmiddels bijna even berucht als de foto’s zelf. Morris zou de acties van de martelaars goedpraten, of hen daartoe in ieder geval de ruimte bieden, en het door hen gebezigde geweld esthetiseren in recreaties van de beruchtste foto’s. Die fictiescènes kun je inderdaad afdoen als mooifilmerij van in slow motion vallende bloeddruppels, ondersteund door een ingetogen maar sturende score van superheldenspecialist Danny Elfman. Maar juist daardoor komt de brute lelijkheid van de foto’s, hun even abjecte als alledaagse inhoud, des te sterker naar voren.
Ook de ruimte die Morris zijn onderwerpen gunt is daarom nodig. Hij is er niet op uit hen nogmaals aan de schandpaal te nagelen, maar vraagt zich af of zij het wel waren die gestraft moesten worden — en waarvoor ze nu precies gestraft werden. De soldaten in standard operating procedure praten niet tegen een interviewer die net naast de camera zit, zoals in documentaires gebruikelijk is, maar kijken recht in de lens — recht naar de kijker, bijna beschuldigend. Maar de meest schokkende getuigenis is misschien wel die van Brent Pack, de specialist die aan de hand van de foto’s moest beslissen welke daden strafbaar waren. Zijn oordeel over een groot deel van de onthutsende foto’s: ‘standard operating procedure’. Niets aan de hand, dus.

Joost Broeren