Slacker

Labbekakken in Austin

Exact twintig jaar na dato is Richard Linklaters speelfilmdebuut Slacker te zien in de Nederlandse filmtheaters. En wat blijkt? De nietsnutten van toen lijken sprekend op die van nu.

Behulpzaam als hij is legt regisseur Richard Linklater, zij het via een omweg, aan het begin van zijn debuut Slacker de film voor ons uit. Hij speelt een personage dat in de credits ‘Should have stayed at airport’ heet, maar in plaats daarvan in een taxi stapt naar het centrum van studentenstad Austin, Texas. Tegen de taxichauffeur hangt hij een verhaal op over The Wizard of Oz, en dan specifiek over het moment dat Dorothy op een kruispunt staat en één van de twee mogelijke richtingen op danst. “Maar”, zegt Linklater tegen de ongeïnteresseerde chauffeur, “al die andere richtingen werden, simpelweg doordat zij eraan dacht, een aparte realiteit.”

Linklaters monoloog zet niet alleen de verbale toon voor Slacker, die een naam gaf aan de nietsnutten van ‘Generation X’, maar leidt ook het achterliggende principe van de film thematisch in. Want als Linklater uit de taxi stapt, glijdt de camera door naar een slachtoffer van een auto-ongeluk om via een wijde cirkelbeweging uit te komen bij de dader die wordt gearresteerd. Om vervolgens een toevallige voorbijganger te volgen, die het stokje weer overgeeft aan een straatmuzikant, enzovoorts enzoverder tot in de loop van 97 minuten film een dikke honderd figuren zijn langsgekomen, in de eindtitels aangeduid met illustere namen als ‘Dostoyevski wannabe’, ‘Ultimate loser’, ‘Traumatized yaght owner’ en ‘Papa Smurf’.

Madonna
De randfiguren die centraal staan in Slacker worden veelal gespeeld door twintigers uit de vrienden- en kennissenkring van de bij het maken van de film 28-jarige Linklater, die opmerkelijk natuurlijke acteerprestaties uit deze immense groep amateurs weet te halen. Achter wat overkomt als geïmproviseerde onderonsjes tussen de ‘hipsters’ van twintig jaar geleden, ligt in werkelijkheid een strak geschreven scenario, waarin Linklater een fantastisch oor heeft voor het meanderende taalgebruik van zijn generatiegenoten, tegelijkertijd specifiek voor die jaren en van alle tijden.

En dus worden er in de loop van de vierentwintig uur die we in Austin doorbrengen flinke bomen opgezet. Over hoe de astronauten van de maanlandingen een UFO hebben gezien, maar dat dat door de NASA werd achtergehouden. Of over Madonna, van wie een van hen beweert de restanten van een ‘intieme’ medische procedure in een potje te hebben.

Kortom: de ‘slackers’ van twintig jaar geleden, die inmiddels dus tegen de vijftig lopen, hebben dezelfde metafilosofische, alle-kanten-op-schietende gesprekken als de twintigers van nu. Ze zijn even nietsnutterig als de huidige generatie, die door de ex-slackers nu van nietsnutterigheid wordt beticht. Wat dat betreft is het eigenlijk dus wel mooi dat het twintig jaar geduurd heeft voordat Slacker in een Nederlandse bioscoop te zien is.