Shouf Shouf Habibi!

Lachspiegel

\”Is goed.\”

Het multiculturele drama? Albert Ter Heerdt en Mimoun Oaïssa liggen er niet wakker van. Zij maakten een film over een Nederlands-Marokkaanse familie die opvalt vanwege de humor en de lichte toon.

Met zelfspot kun je bruggen slaan. Shouf shouf habibi! is mede zo’n aanstekelijke film geworden, omdat het zowel de Nederlandse als de Marokkaanse volksaard op de hak neemt. Meteen in de openingsscène zet de hoofdpersoon Ap met een rake schets het Nederlands-Marokkaanse gezin neer waar hij deel van uit maakt. Zijn vader houdt zo van Nederland omdat hij hier overal billboards met vrouwen in lingerie hangen. En zijn moeder draagt een bril waar ze niet goed door kan kijken. Bij de opticien zei ze namelijk de hele tijd “is goed” omdat dat de enige Nederlandse woorden zijn die ze kent.
Shouf shouf habibi! is geen film over allochtonen die louter onderwerpen aanlevert waar in Rondom Tien over gediscussieerd kan worden. Nee, acteur en initiatiefnemer Mimoun Oaïssa en regisseur en scenarist Albert Ter Heerdt maakten in de eerste plaats een komedie die de multiculturele samenleving een lachspiegel voorhoudt.
En dat hun opzet geslaagd is, blijkt wel uit het enorme succes dat Shouf shouf habibi! heeft sinds hij eind januari in première ging. In tien dagen had de film al een Gouden Film (goed voor 100.000 bezoekers) in de wacht gesleept, en de film staat op nummer 1 in de box office van Amsterdam. Dat tijdens het Offerfeest in een paar zalen relletjes uitbraken, toont alleen maar aan hoe populair de film is bij Marokkaanse jongeren — vorig jaar waren er soortgelijke schermutselingen tijdens 8 Mile. Maar ook autochtone jongeren bezoeken de film massaal. De makers hebben daarmee inderdaad die brug tussen Nederlands en Marokkaans publiek kunnen slaan. En dat is goed, want Shouf shouf habibi! is behalve een heel geestige, ook een leerzame film.

Knuffelturk
In de Marokkaans-Amsterdamse familie die Albert Ter Heerdt neerzet komen heel wat hete hangijzers van het huidige minderhedendebat aan bod. De oudste zoon Sam (Najib Amhali) is volkomen geïntegreerd en werkt bij de politie, maar wordt door zijn broer gezien als een ‘knuffelturk’. Ap, hij wordt perfect lefgozerig gespeeld door Oaïssa zelf, zou door sommige politici een kut-Marokkaan genoemd worden, al heeft hij de wil om een rechtschapen leven te leiden. Dochter Leila wijst telkens de Marokkaanse huwelijkskandidaten af. Ze kiest voor de Nederlandse yup Daan (Winston Gerschtanowitz) en wordt daarom door haar familie verstoten.
Oaïssa en Ter Heerdt registreren eerder dan dat ze een oordeel vellen over de mate waarin dit gezin geïntegreerd is. Maar juist door zaken in alle terloopsheid te tonen, worden ze schrijnend. Zo is het bijvoorbeeld aangrijpend om te zien hoe vanzelfsprekend het voor Ap is om in Marokko een bruidje te halen. Toch wordt Shouf shouf habibi! gaandeweg steeds dramatischer, en dan mist de film de lichtheid en bravoure van het begin.
Het stijve acteren van een aantal spelers, plotselingse plotwendingen en al te kluchtige grappen: je vergeeft het de makers allemaal omdat het hen gelukt is om van het multiculturele drama een komedie te maken.