Saturday Night Live

De kunst van komedie en televisie

James Austin Johnson als Donald Trump in een recente aflevering van Saturday Night Live

Het Amerikaanse sketchprogramma Saturday Night Live nadert zijn vijftigste verjaardag, maar is frisser dan ooit en nog altijd even grappig – al is dat niet altijd even grappig.

Ik durf mensen nooit Saturday Night Live aan te bevelen. Zelfs tijdens een goede aflevering van het Amerikaanse sketchprogramma valt er soms de helft van de tijd niets te lachen. Regelmatig is het niveau zelfs beschamend. Als ik het programma noem bij partners of vrienden, voel ik me altijd gedwongen het te introduceren met voorzichtige waarschuwingen en diepe verontschuldigingen.

Toch blijf ik kijken en delen, want Saturday Night Live is weergaloos. Nergens ter wereld wordt de kunst van komedie én televisie zo compleet, zo spontaan, zo spannend en zo onvoorspelbaar tentoongespreid als elke zaterdagnacht op NBC – en als één van de weinige westerse landen is het programma in Nederland in zijn geheel gratis op YouTube te kijken. Dat SNL zo vaak de plank misslaat, ligt grotendeels aan de enorme hoeveelheid sketches die het programma wekelijks moet uitpoepen. Zoals SNL-acteur Kenan Thompson verklaart in de beroemde David Pumpkins-sketch: “It’s a hundred floors of frights. They’re not all going to be winners.

Saturday Night Live werd in de jaren zeventig bedacht door de Canadese producent Lorne Michaels. Hij ontwikkelde een formule waarvan in bijna vijftig jaar amper is afgeweken: sketches, satirische nieuwssegmenten, muzikale programmering, stand-up en vooraf geproduceerde filmpjes, aan elkaar gepraat door een wisselende presentator – meestal een film- of televisiester, soms een sporter, een enkele keer een politicus. Al die tijd wordt het programma uitgezonden vanuit een kleine studio in het hart van Manhattan, aan 30 Rockefeller Plaza. Michaels staat nog steeds aan het roer.

De productie van iedere aflevering begint pas op de dinsdag ervoor. Schrijvers bedenken ideeën die op woensdag met de presentator worden doorgenomen. In een halve week worden er vervolgens hele sets, kostuums, rekwisieten, cue cards, storyboards en lichtschema’s gemaakt. De schrijvers, acteurs, en crew blijven het materiaal repeteren en polijsten, soms tot luttele seconden voordat het live gaat. De magie van het programma zit hem in dat hectische, improvisatorische en spontane karakter. Zelfs als de sketches doodslaan, is het vakmanschap aan beide kanten van de camera onmiskenbaar.

De invloed van het programma is immens. Op de eerste plaats als broedplaats voor komisch talent. Veel beroemde acteurs en schrijvers hadden er hun doorbraak: Bill Murray, Eddie Murphy, Conan O’Brien, Tina Fey, Amy Poehler, John Mulaney – de lijst is lang. Michaels produceerde meerdere films die voortkwamen uit SNL-sketches of werden geschreven van alumni, zoals The Blues Brothers (John Landis, 1980), Wayne’s World (Penelope Spheeris, 1992) en Mean Girls (Mark Waters, 2004). Iedereen onder de vijftig is opgegroeid onder de schaduw van SNL.

Het succes en voortbestaan van het programma hebben een prijs. Op de beroemdste castleden na verdient niemand behoorlijk. Nog dit jaar werd op het laatste moment een staking door postproductie-crew afgewend, omdat ze ondanks het hectische schema en hun aanzienlijke talenten een lager salaris en slechtere arbeidsvoorwaarden hebben dan hun vakgenoten. Acteurs en schrijvers hebben nagenoeg geen eigendom over het materiaal dat ze voor SNL maken. Het programma fungeert evengoed als promotie voor de presentator – in de afgelopen jaren kregen onder andere Donald Trump en Elon Musk ruim gelegenheid hun imago wit te wassen – en staat bol van de (sluik)reclame. Tina Fey’s fantastische sitcom 30 Rock (2006-2013, geproduceerd door Michaels) biedt een satirisch inkijkje in hoe ver de commerciële belangen indringen op de vermeende politieke en artistieke integriteit van de show: wat Alec Baldwins personage Jack Donaghy, een stand-in voor Michaels, betreft, bestaat het sketchprogramma voornamelijk om magnetrons te verkopen. Mike Myers baseerde de maniertjes van zijn personage Dr. Evil uit de Austin Powers-films op Lorne Michaels.

Saturday Night Live is inmiddels in zijn 48e seizoen en is nog vol op stoom. De enorme cast van de afgelopen jaren (vermoedelijk bleven ze aan om het programma door de corona-pandemie te loodsen) heeft plaatsgemaakt voor een kleinere groep met veel nieuwelingen. De nieuwe schrijvers en acteurs introduceerden nieuwe onderwerpen en een eigentijdsere, progressievere politiek. Dankzij de toenemende diversiteit van de cast door de jaren heen wordt een heel scala aan nieuwe ervaringen en perspectieven bespreekbaar die door een voornamelijk witte, hetero en mannelijke cast niet begrepen wordt. Presentatoren als RuPaul, Keke Palmer of Pedro Pascal kunnen zo in ‘hun’ afleveringen de draak steken met de excessen van hun eigen (sub)culturen en de vele vooroordelen die eraan vastkleven. Maar ook populaire onderwerpen worden in een nieuw daglicht geplaatst: waar Alec Baldwin Donald Trump speelde als een oppervlakkige ploert, leunt het nieuwe castlid James Austin Johnson op Trumps narcisme en absurde, eindeloze tirades over de meest uiteenlopende onderwerpen. Door Trump te laten ratelen over tovenaars en Pokémon graaft Johnson tot de kern van wat Trump zo beangstigend en tegelijk zo innemend en vermakelijk maakt. Zijn imitatie is zó levensecht, dat hij de stem van Trump mocht spelen in het journalistieke drama She Said.

Naast Michaels’ (commerciële) vernuft is het vermogen van het programma om te blijven groeien en experimenteren met nieuwe vertelvormen en perspectieven de belangrijkste verklaring waarom Saturday Night Live nog altijd een buitengewone kijkervaring is. Zet op zondagochtend eens YouTube aan om hartelijk te lachen – maar niet te veel. Ik beloof niks.


Saturday Night Live is in Nederland te zien via HBO Max (alleen het seizoen van 2022) en op het eigen YouTube-kanaal.