Rain Man

Autistisch wonderkind op weg naar 'Oscar'

  • Datum 01-03-1989
  • Auteur Mark Moorman
  • Thema Filmkrant 88
  • Gerelateerde Films Rain Man
  • Regie
    Barry Levinson
    Te zien vanaf
    23-03-1989
    Land
    Verenigde Staten,1988
  • Deel dit artikel

Rain Man

Een film over een geestelijk gehandicapte man heeft in de Verenigde Staten inmiddels alle seizoens boxoffice records gebroken en het feit dat Rain Man nu ook acht Oscarnominaties op zak heeft (waaronder Beste film, Beste acteur, Beste regie) en onlangs de Gouden Beer op de Berlinale won zal niet slecht voor de zaken zijn. Dustin Hoffman bestudeerde een jaar lang het merkwaardige leven van autistische mensen met een fotografisch geheugen en vond via een lange omweg Barry Levinson bereid om hem te regisseren.

De neuroloog-schrijver Oliver Sacks behandelt in zijn bundel neurologische case-histories De man die zijn vrouw voor een hoed hield onder andere het verschijnsel idiots savants. De Amerikaanse tweeling John en Mitchell, lievelingen van de populaire pers in de jaren zestig, vertoonden ondanks hun autistische gedrag een buitengewoon vermogen om met getallen om te springen.

Getallen van driehonderd cijfers konden ze moeiteloos herhalen, binnen een fractie van een seconde konden ze de datum van Pasen in het jaar 3032 bepalen en van een doos lucifers die op de grond omviel konden ze in één blik de hoeveelheid vaststellen. Niet door ze te tellen, maar door het te ‘zien’. Hun rekenvermogen was nihil, maar hun inzicht en hun geheugen leken oneindig. Van elke dag in hun leven wisten ze te vertellen hoe laat ze waren opgestaan, wat ze hadden gegeten en hoe laat het begon te regenen of de zon was doorgebroken. Wat hen van de wereld scheidde was niet dit onvoorstelbare vermogen, maar het feit dat ze niet in staat waren om emoties te vertonen en dus nooit met mensen in contact konden komen.

Dustin Hoffman heeft zich voor zijn rol van de autistic savant Raymond Babbit in Rain Man onder andere laten inspireren door het onderzoek dat Sacks heeft gedaan naar de beroemde tweeling. Met zijn zo langzamerhand legendarische grondigheid heeft hij zich een jaar lang voorbereid op een rol waarin hij geen spoor van emotie moet vertonen (op de incidentele hysterische aanval na) en zelfs zijn tegenspelers niet mag aankijken. Hoe moet je je inleven in een persoonlijkheid, die zich kenmerkt door elke afwezigheid van persoonlijkheid? En hoe speel je iemand zonder persoonlijkheid als je bijna bezwijkt onder je status als filmster?

Het scenario van Ronald Bass en Barry Morrow zwierf al enige tijd rond en kwam via Steven Spielberg en Sidney Pollack tenslotte terecht bij Barry Levinson (Diner, Tin Men, Good Morning Vietnam). De boxoffice-appeal van het scenario leek ondanks de medewerking van Dustin Hoffman en Tom Cruise vrij gering. Wie gaat er tegenwoordig nog naar de bioscoop voor het in essentie intrieste verhaal van een geestelijk gehandicapte man, die wordt ontvoerd door zijn gewetenloze jongere broer en tenslotte weer naar de inrichting terugkeert?

Tom Cruise is de jonge, snelle autoverkoper Charlie Babbit, die op zijn zestiende jaar met knallende ruzie het ouderlijk huis verliet en nu, jaren later, zonder een traan te laten zijn vader ten grave draagt. Tot zijn verbijstering merkt hij dat het vermogen van zijn vader niet bij hem terechtkomt, maar ter beschikking van een instituut voor geestelijk gehandicapten wordt gesteld. Hier ontdekt hij zijn twintig jaar oudere broer Raymond, die toen hij drie was uit huis is gehaald en in zijn geheugen slechts als het ‘imaginaire’ jeugdvriendje ‘Rain Man’ (een verbastering van Ray-mond) voortleeft. Charlie neemt Raymond mee op sleeptouw in de hoop zijn aandeel van vaders geld te kunnen lospeuteren van het instituut.

K-mart sucks!
Hoffmans personage Raymond Babbit heeft zijn hele leven met mathematische precisie ingedeeld en de plaats van elk voorwerp in zijn kamer staat vast. Zo laat staat hij op, zo laat kijkt hij naar People’s Court en zo laat gaan de lichten uit. Peper staat links, zout staat rechts, bij pannekoeken hoort stroop, woensdag eten we vissticks, het bed staat voor het raam en onderbroeken koop je bij de K-Mart in Cincanetti.

Met deze rigide schematisering heeft Raymond het leven bezworen en als er ook maar iets verkeerd gaat schiet hij in een soort trance, waarbij hij de tekst van de beroemde ‘Who’s on first?‘-act van Abbot en Costello opdreunt. De komst van zijn jongere broer Charlie (Cruise houdt zich uitstekend staande tegenover het acteergeweld van Hoffman) gooit zijn hele leven overhoop. Terwijl een wandeling naar het hek al een avontuur voor hem is, wordt hij nu dwars door de Verenigde Staten gesleept. Hij blijft echter met koppige volharding aan zijn dagindeling en zijn tics vasthouden, dus de snelle Charlie ziet zich gedwongen zijn reisschema op spelshows en soapopera’s af te stemmen, als het regent binnen te blijven en te zorgen dat er woensdag vissticks op tafel staan.

Terwijl Hoffman de rol van een geestelijk gehandicapte speelt, wordt al snel duidelijk dat Cruise dan misschien wel weet hoe hij zich in een restaurant dient te gedragen, maar dat hij eigenlijk ook emotioneel gestoord is. Door het contact met zijn broer wordt hij plotseling weer een deel van een familie en krijgt zijn zieleleven weer enige emotionele diepgang.

Terwijl Charlie met zijn broer aan het rondtoeren is, wordt hij achtervolgd door slechte financiële berichten. Als hij ontdekt dat zijn diepgestoorde broer in één nacht tijd het telefoonboek van buiten heeft geleerd en in één oogopslag het aantal tandenstokers die uit een doos zijn gevallen kan raden, besluit hij deze bijzondere gaven ten gelde te maken. Gedurende het verblijf in Las Vegas groeit Charlie’s waardering voor zijn broer, maar elke poging tot toenadering of tot intimiteit stuit op heftige weerstand.

Hoewel het gehele scenario voor Rain Man bepaald zwak noemen is, is Levinson een van de weinige Amerikaanse regisseurs, die scènes laat ‘ademen’ en de dialogen een haast geïmproviseerd karakter weet te geven. Klassiek zijn nu al de gesprekken in Diner over B-kanten van singletjes en in Tin Men het seksleven van de personages van televisieserie Bonanza. De kaartscène in Las Vegas is zo’n scène, die zeer breed wordt uitgemeten. Hoogtepunt in de film is echter de discussie tussen Raymond en Charlie over onderbroeken en waar je die zou moeten kopen.

Levinson is het sentimentele aspect redelijk uit de weg gegaan en heeft met Rain Man vooral een zeer geestige film gemaakt die, hoewel het wat zwak gestructureerd is rond een aantal erg sterke scènes en De Rol van Dustin Hoffman, een razend knappe opeenstapeling van tics en stopwoorden, waar je een jaar van gedegen studie uit kunt aflezen. Verrassendste aspect van de film, naast de sterke rol van Cruise, is het einde, waar de film nu eens niet een platgebaand pad neemt, maar waarin Raymond gewoon weer terugkeert naar het instituut. Charlie blijft genezen achter.

Het is zeer waarschijnlijk dat Rain Man de grote Oscarwinnaar gaat worden. Dustin Hoffman staat al te trappelen in de coulissen om zijn tweede Oscar in ontvangst te nemen. Loon naar hard werken.