Rabid

Overbodige draai aan Cronenbergs bodyhorror

Rabid

Een timide mode-assistent verandert na een operatie in een, mja wat eigenlijk? Zoals alles blijft dat mistig in deze zwabberende remake.

Van schlock kun je deze remake van David Cronenbergs Rabid uit 1977 niet betichten: daarvoor ziet het er allemaal te gelikt uit. Maar wat is dan de reden om Cronenbergs bodyhorror over plastische chirurgie een nieuwe draai te geven? Waarschijnlijk wilde  de Canadese horrortweeling Jen and Sylvia Soska een commentaar geven op de mode-industrie en wellicht ook de biomedische wetenschappen. Of is deze ondermaatse karakterstudie een hommage aan landgenoot Cronenberg?

In Cronenbergs vleesmix van seksualiteit en ziekte werd de onschuldige Rose na een motorongeluk en wat plastische chirurgie from hell getransformeerd naar een vampier met een bloedzuigende fallus die uit haar oksel groeide. Bij de Soska’s is Rose een onschuldige assistent van een autoritaire Duitse couturier – een parodie op Karl Lagerfeld, hoewel die niet echt geparodieerd hoefde te worden – die na een motorongeluk in een kliniek voor ‘transhumanisme’ belandt, waar een mad scientist haar gehavende gezicht perfect herstelt.

Sterker nog: ze is nog nooit zo aantrekkelijk geweest. Dat ze aantrekkelijk was zagen we natuurlijk stiekem al toen ze voor het ongeluk nog haar bril droeg van het type stoute bibliothecaresse, maar dat is misschien deel van de grap. Alleen, van welke grap?, vraag je je af. En of ze ook nog even regelmatig dit drankje wil drinken, vraagt de dokter. Wat is dit dan, vraagt Rose. “Gewoon, een superproteïne, niks om je zorgen over te maken.” Vervolgens raken mensen over wie Rose droomt op nogal mistige wijze besmet met iets zombie-achtigs kannibalistisch, en dat zorgt voor nogal wat heisa in de wachtruimtes van lokale ziekenhuizen.

Dit lijkt misschien de opzet voor een all-you-can-eat splatterfest, maar de film verzuimt die keuze te maken. De Soska’s zijn fan van Cronenberg – en wie niet – dus de film wil duidelijk niet zomaar een vermakelijke horrorfilm zijn, maar iets slims zeggen over iets groters. Vermoedelijk iets over Frankenstein, Icarus en de dood van Pandora en misschien een beetje over mannen en ego’s. Maar wat de film te zeggen heeft, is flinterdun. Don’t touch this, is waar het eigenlijk op neerkomt. Een magere boodschap hoeft nog geen bezwaar te zijn, als de film stilistisch interessant is. Maar voor de hele boel goed en wel in de steigers staat, voor zover dat ooit echt gebeurt met dit zwabberende en twijfelende scenario, is de epidemie voorbij. Weg film.