Proxima

Voorbereiding op de ware strijd

Sarah bereidt zich voor op een naderende ruimtemissie, maar wat moet ze daarvoor opgeven? En wat wil Proxima ons nou precies tonen of duidelijk maken?

Het lijkt me een zwaar karwei om als pr-medewerker Proxima in de markt te zetten. Overal wordt als genre ‘sciencefiction’ genoemd, terwijl de toon juist opvallend aards en sec is, meer passend bij een documentaire dan bij een speelfilm. Het verhaal draait om de naderende ruimtemissie van de ambitieuze Sarah, maar het enige wat we zien, is haar minutieuze voorbereiding op de missie, die uit zowel pittige fysieke tests als het emotionele afscheid van haar achtjarige dochtertje bestaat. Allemaal gewoon in deze wereld dus, niet in de ruimte. En dan wordt er ook nog Frans, Engels en Duits kriskras door elkaar gesproken. Proxima is, kortom, een film waarin niet voor de gesimplificeerde overrompeling wordt gekozen, maar juist voor een realistisch en ingetogen portret van iemand die moet afwegen wat ze allemaal achterlaat wanneer ze naar de ruimte zal opstijgen. En of dat het waard is.

Deze benadering valt te prijzen. Wie aan ruimtevaart denkt, denkt haast automatisch aan visueel spektakel. De psychologie hobbelt vaak nogal achter alle imposante sterrenhemels en virtuoze achtervolgingen aan. In Proxima staat het menselijke juist voorop. Hier is een raket geen ding waar je zomaar in stapt en de aarde mee verlaat, maar een voertuig waarin Sarah (een sterke Eva Green) willens en wetens haar plek moet bevechten, midden in een typische mannenwereld.

Het levert schrijnende scènes op, effectief opsmukloos in beeld gebracht. Bijvoorbeeld wanneer Sarah officieel toetreedt tot de bemanning van die naderende missie. Door haar Amerikaanse meerdere Mike wordt ze hierbij publiekelijk voorgesteld met het zinnetje dat ze lekker kan koken, als Franse vrouw. Er volgt schaapachtig gelach, Sarah kijkt strak voor zich uit en je voelt de vernedering. Het knappe is dat dit ongemak verder niet uitgesmeerd wordt, zoals in Proxima niks wordt uitgesmeerd, het moment spreekt voor zich, je voelt de flits van pijn, en daarna gaat het verhaal door.

Het lastige is alleen: alles in Proxima blijft dermate subtiel. Er vindt geen eruptie of versnelling plaats, de film kabbelt in vreemd laag tempo naar het einde, wordt tussendoor af en toe ronduit saai. Wéér een huiselijke scène tussen moeder en dochter, wéér een uitputtende oefening, wéér een onderonsje tussen de bemanningsleden. Hier wreekt de achterliggende ambitie van de film zich: het zal allemaal heus waarheidsgetrouw zijn wat er gebeurt, maar een duidelijke focus of strakke spanningsboog ontbreekt. Een film moet uiteindelijk toch ook simpelweg verleiden en meeslepen – daar slaagt Proxima slechts gedeeltelijk in. Alsof wij ons samen met Sarah zo natuurgetrouw mogelijk moeten voorbereiden op wat er allemaal nog komen gaat. Alsof de ware strijd straks pas gaat losbarsten, na de aftiteling.