Polder
Ik boer, jij werkschuw tuig
Een veeboer komt tegenover een klimaatactivist te staan in het onbedoeld kluchtige Polder. Een tenenkrommende thriller waarin de makers stereotypen over stedelingen en plattelandsbewoners niet schuwen.
Varkensboer Ronald (Jochem ten Haaf) zit in zak en as. Zijn echtgenoot overleed recent aan kanker en met zijn bedrijf gaat het ook niet goed. Terwijl de veehouder nu in z’n eentje zorg moet dragen voor zijn dochtertje krijgt hij ook nog strengere milieueisen op zijn bord. Tot overmaat van ramp probeert klimaatactivist Erik (Harm Duco Schut) koste wat kost Ronalds bedrijvigheid te ruïneren met het idee dat “als één boer stopt, de rest volgt”.
Erik heeft ook een goede reden: op Ronalds erf hoort hij varkens schreeuwen om hun leven. Dat ligt echter anders, vertelt Ronald aan zijn kind: er mankeert iets aan de voermachine, waardoor de beesten zich onrustig gedragen. Dat zouden die activisten, die er geen kaas van hebben gegeten, eens moeten weten, lijken filmmakers Klaas van Eijkeren en Bob Wilbers (Casa Coco, 2022; Hart op de juiste plek, 2022) te insinueren.
Is Polder misschien satire? Ingegeven door de polarisatie in Nederland, waarbij boeren regelmatig tegenover milieuactivisten staan? Want de film speelt zoals satire voorschrijft naarstig met stereotypen. Neem Erik: hij woont in de stad, ver van de natuur. Hij heeft niet eens een achtertuin. Van Eijkeren en Wilbers portretteren Erik en zijn vrienden als werkschuw tuig die de hele dag niets anders doen dan gemene plannen bekokstoven, naar house luisteren en joints roken. In scènes met Ronald prevaleert daarentegen rust. Lief leest hij zijn dochter voor het slapen voor. Tijdens de lunch neemt hij uitgebreid de tijd om uit te leggen dat varkens slimme dieren zijn. Hij is een vleesgeworden uithangbord voor de vleesindustrie. Totdat de vlam in de pan slaat en Ronald steeds meer begint te lijken op een kat in het nauw die rare sprongen maakt.
Ronald is een metafoor voor al die andere boeren die het moeilijk hebben. Die kampen met stikstofregelgeving. Die door al die progressieve Randstedelingen worden beschimpt vanwege hun milieuvervuilende activiteiten. Polder doet bij vlagen denken aan een omgekeerde variant op Straw Dogs (1971), over een Amerikaanse stedeling die met alle gevolgen van dien verhuist naar het Britse platteland. Behalve dan dat je Polder eigenlijk geen film kunt noemen. Is het dan een sketch? Een slechte grap? Zelfs als Van Eijkeren en Wilbers satire wilden maken, kun je stellen dat hun satire krachteloos is.
De film zal onder bezoekers ongetwijfeld tot discussie leiden. Helaas zullen dat de verkeerde discussies zijn, want met stereotypen komen we geen stap verder.