Peacock

Rent-a-friend zoekt zichzelf

Peacock

In deze heerlijke komedie met absurdistische trekjes raakt een man die zich laat inhuren als beste vriend, geliefde, zoon of vader, zijn eigen persoonlijkheid kwijt.

Wie wil pochen bij een klassiek concert met een +1 die álles van muziekleer weet, kan Matthias inhuren bij My Companion. Maar de Oostenrijkse Matthias kan óók een stoere piloot spelen tijdens een ‘breng je vader mee naar school-dag’. Of een zoon die ‘zijn vader’ bewonderend toespreekt tijdens een feest dat een verwende boomer ter meerdere eer en glorie van zichzelf geeft.

Matthias, een knappe, zachtaardige man, is in staat om zich als een kameleon voor te doen als elke gewenste persoon. Hij leest zich secuur in en ziet eruit zoals hij besteld is. Maar thuis bij zijn vriendin weet hij amper wie hij zelf is. Is hij iemand die van rode wijn houdt of van witte? Is zijn pas aangeschafte kunstwerk fantastisch of waardeloos? Hij toont nauwelijks emoties; dan kunnen het nooit de verkeerde zijn. Hij is een lege huls, een onbeschreven blad. Zijn vriendin is zijn getwijfel zat en vertrekt. Als dan ook op het werk zaken van de rails lopen, schiet deze dertiger in een persoonlijke crisis.

Debuterend speelfilmregisseur Bernhard Wenger werkt dit intrigerende gegeven uit met een uitgekiend gevoel voor zwarte humor. Ergens doet de toon denken aan die van landgenoot Ulrich Seidl (Hundstage, 2001; Import/Export, 2007), al is Peacock (Pfau – Bin ich echt?) beslist minder zwartgallig.

Ook de stijl, statische beelden en kadrering hebben iets van Seidls werk weg. Alles oogt even stijlvol, van de huizen en buitenlocaties tot de acteurs en de interieurs, die je kan kenschetsen als een mix van mid-century-estethiek en een vleug japandi. Zelfs de enorme Deense dog (“die gaat zeker indruk maken op onze gasten”) valt perfect samen met de inrichting. Wat Wenger daarnaast goed doet, is Matthias niet laten veranderen in een zichzelf overschreeuwend, paniekerig personage. Eerder keert hij in zichzelf – wat hem juist interessanter maakt.

Peacock zit bomvol humor van het soort dat zich lastig in woorden laat vangen. Een scène in een sterrenrestaurant waar de kelner pretentieus lang en gedragen jus uitschenkt, is bijvoorbeeld bijzonder grappig. Zo ook het moment waarop de hoofdpersoon in gesprek gaat met een vrouw over het voorkomen van een pauw. De grap zit ‘m niet alleen in de dialoog en malle setting, maar ook in de montage: halverwege het moment dat de pauw in kwestie luid schreeuwend wegspringt, wordt er naar een volgende scène gesneden die er volstrekt niets mee te maken heeft. Heerlijk!

Apparaten die niet werken, een ‘huurhondje’ dat in een zwembad verzuipt, een geïrriteerde loodgieter – het zijn meestal geen grote plotwendingen, maar kleine, absurdistische en kurkdroge speldenprikjes die verrukkelijk landen als je er gevoelig voor bent.