Paradijs

Wennen aan het vaderschap

Paradijs. Foto: Boris Suyderhoud

Nieuw leven is voor velen van ons misschien wel het mooiste dat ons kan overkomen. Maar wat als je er nog helemaal niet op bent voorbereid?

Regisseur en scenarist Bobbie Koek verwerkte in Paradijs haar eigen ervaringen als puber en als kersverse moeder. Mede daarom is het verrassend dat de tiener die plots de zorg voor een kind krijgt geen jonge vrouw is, maar een jongen: de zestienjarige Noah. Een tikje tegendraads dus, maar juist daarom zien we alles scherper.

Voor Noah (Zeb Claessen) is het zeker onverwacht. Zijn ex-vriendin dropt onaangekondigd hun baby Ziggy bij hem op de stoep om er vervolgens vandoor te gaan. Fuck! Noah staat onmiddellijk in de protesthouding en krijgt van zijn moeder (Ellen ten Damme) weinig bijval. “Hier, pak aan!”, en ze duwt hem Ziggy in de handen, waarop de baby stil wordt.

Paradijs is de eerste lange speelfilm van Koek, die overigens al ervaring had met acteren, casting en tv-regie. Wat misschien helpt verklaren hoe ze in de jonge beginner Zeb Claessen haar hoofdrolspeler herkende. Hij is volstrekt overtuigend als nukkige puber die het liefst grappen maakt met zijn vriend en lekker wil rappen, en dan volkomen overrompeld wordt door die nieuwe verantwoordelijkheid.

Mooi, en ook heel vanzelfsprekend eigenlijk, dat daar weinig dialoog bij nodig is. Zijn stroeve, onwennige bewegingen en zijn stuurse houding zeggen genoeg. Misschien wordt dat gedrag wat breed uitgemeten, maar dat past wel bij de opbouw. En natuurlijk is hij niet zo bot als hij zich voordoet. Je ziet het in een veranderende blik op Ziggy, een aanraking, een doorbrekende lach op een onbewaakt moment.

Die strijd met de hem opgedrongen volwassenheid is vormgegeven als een bescheiden verhaal dat verloopt zoals je kan verwachten. Maar dat stoort hier niet. Je groeit steeds meer naar Noahs beleving toe en het is eigenlijk wel mooi dat we niet worden afgeleid door grote dramatische wendingen. Al mag je zijn besluit om met de baby in een draagzak op de brommer te stappen en met verbeten blik op zoek te gaan naar de moeder natuurlijk best dramatisch noemen.

Hoewel er sterk wisselende emoties en tegenstrijdige neigingen in het geding zijn, blijft de toon bij dit alles, inclusief de afloop, betrekkelijk nuchter. Maar wel met gevoel. De film biedt een realistisch beeld dat laat zien hoe complex ouderschap soms kan zijn, aangevuld met goed geplaatste accenten.

Via de landschappen en industriegebieden die Noah doorkruist, verandert Paradijs in een roadmovie waarin Noah eigenlijk op zoek is naar zichzelf, naar de band met zijn kind en – een niet onbelangrijk zijpad vol verscholen dramatiek – naar zijn eigen moeder.