PALOOKAVILLE

Beunhazen op het criminele pad

  • Datum 06-01-2011
  • Auteur
  • Gerelateerde Films PALOOKAVILLE
  • Regie
    Alan Taylor
    Te zien vanaf
    01-01-1995
    Land
    Verenigde Staten
  • Deel dit artikel

Would be-criminelen in samenzwering bijeen

Palookaville, een kleinschalige en onafhankelijk gemaakte Amerikaanse film, begint met een uitgebreide scène waarin drie mannen een inbraak plegen. Dit gaat niet zomaar. Een heel stuk muur moet worden weggehakt om in de beoogde juwelierszaak binnen te komen. Hun inspanningen worden echter niet beloond. Eenmaal binnen blijken ze in de naastgelegen bakkerij te zijn beland.

Dit is het verhaal van Palookaville in een notedop. Drie vrienden uit Palookaville, New Jersey zijn werkloos, gefrustreerd en koesteren onverwoestbare dromen over het grote geld. Hun halfslachtige pogingen om hun uitzichtloze bestaan te doorbreken met criminele activiteiten zijn gedoemd te mislukken. De inbraak in de bakkerij is ontleend aan een verhaal van de Italiaanse schrijver Italo Calvino. De producent van de film, Uberto Pasolini, liep al jaren rond met het idee een film te maken met de verhalen van Calvino als inspiratiebron. Hij zocht een geschikte scenarioschrijver en daarna een regisseur: de keuze viel op Alan Taylor, die met de film zijn regie-debuut maakt.

Hoog lulligheidsgehalte
Palookaville is bedoeld als een komedie met een sociaal bewogen ondertoon. De belevenissen van Russ (Vincent Gallo), Sid (William Forsythe) en Jerry (Adam Treese) zijn inderdaad van een hoog lulligheidsgehalte. In de verte doet de film aan de films van Aki Kaurismäki denken. Terwijl Kaurismäki werkelijk absurde humor in zijn films brengt, is Palookaville echter hooguit geestig. Een van de meest komische scènes is die waarin Russ met zijn vrienden thuis naar een oude film over een gewapende overval zit te kijken, om inspiratie op te doen. Als de andere huisgenoten thuiskomen kijken ze gewoon mee. Ook de man van zijn zus, een ijverige politieagent die hen later nog op de hielen zal zitten als ze de overval uit de film proberen na te bootsen. Geestig is ook de scène waarin Sid tevergeefs met zijn drijfnatte honden de bus in probeert te komen. De politieagent heeft wat mij betreft overigens de meeste komische uitstraling.
De muziek van Palookaville roept onmiddelijk associaties op met oude slapstickfilms. Een voortdurende herhaling van hetzelfde muzikale motiefje pakt bij slapsticks goed uit. De humor is hier meestal ruwer, meer grotesk, en de ene humoristische scène volgt de andere op. Het veelvuldig herhaalde muzikale motiefje onderstreept die opeenstapeling van komische gebeurtenissen. Na pakweg een half uur is een aflevering voorbij, net voordat de muziek je op de zenuwen gaat werken. In Palookaville wordt hetzelfde muzikale motief gedurende drieënnegentig minuten voortdurend herhaald. Omdat de link met komische gebeurtenissen niet zo duidelijk is als bij slapstick, simpelweg omdat de film niet voortdurend humoristisch ís, begint dit te irriteren. Het riedeltje lijkt ons er steeds aan te willen herinneren hoe grappig de film is. De combinatie van beeld en geluid pakt dan ook geforceerd uit.

Armoedig
Wellicht moet de kracht van Palookaville eerder in de sociale ondertoon worden gezocht. Met compassie wordt een beeld geschetst van de treurige omstandigheden waarin de drie mannen leven. Russ ontsnapt af en toe aan het gezinsleven en vlucht dan het raam uit om bij de buurvrouw naar binnen te klimmen. Samen dromen ze van een gunstiger toekomst in Los Angeles. Maar als Russ het niet werkelijk wil proberen, gaat zijn vriendin er alleen vandoor. Jerry’s vrouw werkt, maar moet zich de opdringerigheid van haar chef laten welgevallen, omdat ze anders wordt ontslagen. Sid is eenzaam en leeft nog het meest armoedig. Hij krijgt kameraadschap van zijn vrienden en zijn twee honden. Het zijn in wezen goede kerels die niet in staat blijken te zijn tot moord en doodslag. Ze zijn, misschien niet toevallig, ook niet bepaald de slimsten, net als de politieman trouwens.
Hierin ligt dan ook een bezwaar. De hoofdpersonages zijn te clichématig: aandoenlijke goedzakken met nuchtere en slimme vrouwen die af en toe de puntjes op de i zetten. Hoewel het gegeven van criminele beunhazen aardig genoeg is, missen de personages de complexiteit om werkelijk te kunnen boeien. Daardoor blijkt het onmogelijk om de belevenissen van de drie vrienden op een subtielere en meer reëlere manier te filmen. Je zou bijna gaan verlangen naar een platvloerse moord. Het verlost die mannen van hun eendimensionale goedmoedigheid. Bovendien gebeurt er dan tenminste nog eens wat.

Claudi Hulshof