Paddington in Peru

Beer versus Brexit

Paddington in Peru

Paddington krijgt een Brits paspoort. Maar contra de xenofobe Brexit-stem, viert dit reislustige derde deel van de ook-de-immigrant-hoort-bij-de-familie-films juist Paddingtons Peruaanse roots.

Paddington in Peru is een soort tweede origin story. In de eerste Paddington (2014) leerden we het beertje kennen zoals in de boeken: een ontheemd beertje dat in Londen een warm thuis vindt bij de familie Brown (zij live-action, hij overtuigend computergeanimeerd). Ditmaal keren we met Paddington terug naar zijn land van herkomst, Peru. De tweede film, Paddington 2 (2017), was zo bezien een tussendoortje, maar evenaarde de kwaliteit van deel één: de formule bewees zich als een van de beste familiefilm-opties van deze eeuw.

Paddington in Peru, ditmaal zonder regisseur Paul King, is iets minder scherp, iets minder grappig, maar een alleszins respectabel vervolg. En trouw aan de formule: opnieuw draagt Ben Whishaws stemacteren als Paddington de film, overwint elk gezinslid Brown gaandeweg het verhaal een persoonlijk probleem en mag een beroemde filmster zich uitleven als schmierende boef.

Na Nicole Kidman in deel één en Hugh Grant (die hier een cameo heeft) in deel twee is het dit keer de beurt aan Antonio Banderas, die merkbaar plezier heeft in zijn zeven- of achtdubbelrol (ik raakte de tel kwijt). Waarvan er zes (of zeven dan dus) alleen in zijn hoofd bestaan.

En, het meest kenmerkende van de Paddington-reeks, opnieuw is de rode draad een positieve kijk op migratie. En niet impliciet, omdat Paddington nu eenmaal uit Peru is gekomen, maar expliciet: het is onderwerp van gesprek, van de plot en van cruciale beslissingen die de familie Brown en vooral Paddington moeten nemen. En dat is des te mooier omdat Paddington o zo Brits is, en o zo geliefd in het land van Brexit, maar in 1958 door de Engelse auteur Michael Bond toch echt is geschreven als een hulpbehoevende immigrant.

Paddington werd vernoemd naar het treinstation waar hij door de familie Brown werd aangetroffen, met als enige papieren zijn beroemde briefje met ‘Please look after this bear’. Wat doet denken aan hoe immigranten op Ellis Island een ‘Amerikaanse’ naam kregen toegewezen. Maar in Peru hoort Paddington zijn ‘berennaam’, die hij onmiddellijk herkent – terwijl de meegereisde familie Brown er niets van verstaat. In Peru leeft zijn ‘stam’, zoals Paddington hen noemt, maar de Browns vormen zijn ‘familie’. Hij staat met één been in elk land, in elke cultuur – en dat is goed zo.

Ook de eerste twee Paddington-films stonden aan de kant van de migrant, maar die verschenen voordat de Brexit in werking trad. Dat Paddington aan het begin van Paddington in Peru nu het nieuwe, blauwe, EU-vrije Britse paspoort ontvangt en dat we juist daarmee op reis gaan naar de Peruaanse wortels van deze alom geliefde Britse national treasure, lijkt mij een overduidelijke middelvinger naar die benepen, xenofobe Brexit-stem.