Orwell: 2+2=5
Schreeuw om lucht
Orwell: 2+2=5
Adembenemend documentaire-essay over schrijver George Orwell, de totstandkoming van zijn klassieke dystopie Nineteen Eighty-Four en de alarmerende relevantie daarvan anno nu.
In oktober 1948 schrijft de Brit Eric Arthur Blair – beter bekend onder zijn schrijversnaam George Orwell, auteur van Animal Farm (1945) – aan een vriend dat hij nog twijfelt over de titel van het nieuwe boek waaraan hij werkt: The Last Man in Europe of Nineteen Eighty-Four.
Het dystopische verhaal gaat over het zielloze leven in een toekomstige, op angst drijvende totalitaire staat onder dictator Big Brother, die iedereen voortdurend, tot in de slaapkamer, in de gaten houdt.
In superstaat Oceanië wordt alleen gewerkt, seks is er verboden en wie er eigen, van de officiële waarheid afwijkende ideeën op nahoudt wordt gehersenspoeld. Een privéleven bestaat kortom niet: ieders leven staat volledig in dienst van het ‘algemeen’ belang. Winston Smith, de protagonist van het boek, is in dit toekomstige Europa de laatste man die voor zichzelf denkt, die afwijkt van de maatschappelijk voorgeschreven norm. Hij staat zichzelf toe van iemand anders dan Big Brother te houden. Hij houdt een dagboek bij, wat verboden is.
Het is dus geen toeval dat het ambitieuze, prikkelende documentaire-essay Orwell: 2+2=5 van de op Haïti geboren filmmaker Raoul Peck over de vermaarde schrijver en diens belangrijkste roman, als een dagboek klinkt. Voor zijn eerdere portret van schrijver James Baldwin, I Am Not Your Negro (2016), kreeg Peck een Oscar-nominatie. Nu maakt hij ons via de intieme, gedempte vertelstem (ingesproken door de Britse acteur Damian Lewis) deelgenoot van Orwells gedachtewereld.
Peck putte daarvoor uit dagboekfragmenten, brieven en werk van Blair. Enerzijds om inzicht te geven in diens persoonlijke leven en ervaringen (in onder meer Brits-Indië, Birma en Spanje) en anderzijds om aan te geven hoe Blairs opvattingen zich verhielden tot de bestaande machtsstructuren en de ideeën die ten grondslag lagen aan de wording van Nineteen Eighty-Four. Blair werkte aan het boek vanuit zijn boerderijtje in de ongerepte natuur van het Schotse eiland Jura. Door in de openingsshots van die plek te snijden naar het moderne Londen, zet Peck het verschil tussen het vrije zijn en het georganiseerde moderne leven meteen scherp tegen elkaar af.
Animal Farm
Visueel put Peck uit de verfilmingen van Nineteen Eighty-Four uit respectievelijk 1956 en 1984, naast beelden uit ettelijke andere speelfilms (Animal Farm, 1954; Oliver Twist, 1948; Out of Africa, 1985; Minority Report, 2002) en documentaires (Babi Yar. Context, 2021; Citizenfour, 2014). Er zijn familiefoto’s en historische beelden (van het Britse koloniale verleden, de Tweede Wereldoorlog, Spanje onder Franco). Alleen al de waanzinnig dynamische Animal Farm-inktspotprenten van fameus illustrator Ralph Steadman zijn een feestje om naar te kijken.
Maar natuurlijk gaat het Peck om de link met de wereld van nu. Hij toont hedendaagse journaalbeelden van Amerikaanse zenders die in handen van hetzelfde conglomeraat dezelfde soundbites spuien over de VS als “the greatest country” en tegenstanders brandmerken als “a danger to democracy”.
Hij illustreert aan de hand van hedendaagse brandhaarden hoe eigentijdse newspeak van oorlog een ‘vredesoperatie’ maakt, hoe politiegeweld tegen demonstranten ‘legale machtsuitoefening’ heet, hoe vluchtelingen ‘illegalen’ worden gedoopt en kritiek op Israëlische militaire actie ‘antisemitisme’ wordt genoemd. Hoe bij gebrek aan verificatiemogelijkheden het idee van een objectieve ‘waarheid’ in toenemende mate verwatert tot een kwestie van geloof. Orwell: “Iedereen gelooft in de verschrikkingen van zijn vijand en betwijfelt die van z’n eigen kant, zonder ooit de moeite te nemen het bewijs te onderzoeken.” Zo heerst een kliek van politici en bureaucraten over uitgeknepen arbeiders die – in Orwells woorden – “worstelen tegen economische wetten die ze niet begrijpen”.
Peck toont de waanzin van de superrijken en het gebrek aan interesse voor armoede, en portretteert protesterende burgers van nu: van Trump-aanhangers tot Rohingya die volgens Myanmarese officials niet bestaan. Hij laat deskundigen aan het woord over hoe moderne technologie de vrijheid en menselijke waardigheid bedreigen met ongebreidelde, zichtbare en onzichtbare dataverzameling, surveillance, gedragsbeïnvloeding, de vershittificatie van internet, sociale media die angst aanwakkeren en haat zaaien om de aandacht af te leiden van het eigen falende systeem en hen die het leiden.
Peck toont, kortom, hoe totalitaire praktijken uithollen wat wij ‘democratie’ noemen. Of, in de woorden van de Amerikaanse filosoof en sociaal-psycholoog Shoshana Zuboff: “We zitten in toenemende mate gevangen in een wereld waaruit niet te ontsnappen valt. Zodat zelfs áls we een keus willen maken, dat niet kan.”
Tegengif
Met zijn boeiende, Orwelliaanse spoedcursus machtsuitoefening waarschuwt Peck voor het verlies van taal, creativiteit, waarheid, persoonlijke integriteit en niet-economische waarden wanneer overheden zich als onfeilbaar presenteren. Het tegengif schetst hij ook: nieuwsgierigheid, discussie, protest, solidariteit en liefde – ook wanneer dat als ‘crimineel’ wordt voorgesteld (denk aan het geven van hulp aan vluchtelingen). Door Orwells systeemkritiek een persoonlijke inslag te geven, slaagt Peck erin zijn alarmerende essay tot een door en door menselijk manifest te maken, dat ook de kijker persoonlijk raakt.
Beginnend bij de bacteriën die Orwells longen infecteerden – hij overleed kort na het afronden van Nineteen Eighty-Four aan tbc – eindigt Raoul Peck zijn essay met de laatste woorden van de door de Amerikaanse politie doodgedrukte George Floyd. Dat waren dezelfde als die van journalist Jamal Khashoggi die werd vermoord en in stukken gesneden in het Saoedische consulaat in Turkije: “Ik krijg geen lucht.” Orwell: 2+2=5 is een adembenemend wezenlijke, rijk gestructureerde schreeuw om lucht.