ON THE BEAT
Lotgevallen van een Chinese diender
Regisseur Ning Ying is de koningin van de Chinese komedies. Het liefst combineert ze humor met niet-professionele acteurs, een verbond waar slechts weinig filmmakers zich aan durven wagen. Het lukte haar eerder in de bejaarden-klucht For fun en nu ook weer in On the beat, een komisch portret van een Beijings politiebureau en tevens een messcherpe maatschappelijke analyse.
Ning Ying is geen Chinese filmmaakster. Daarvoor is ze teveel wereldburger. Haar opleiding aan de prestigieuze Romeinse filmacademie (Centro Sperimentale di Cinematografia) en regie-assistentschap bij Bertolucci (The last emperor) hebben haar een weidse blik op de wereld gegeven. Dat maakt haar films nóg treffender. Net als haar zwager Zhang Yuan (Beijing bastards) spant ze zich in om met haar films de duizelingwekkende veranderingen in het hedendaagse Beijing weer te geven.
Ning Ying heeft een beetje pech. Na het internationale succes van The story of Qiu Ju en Farewell to my concubine heeft een legertje mindere regisseurs zich op typische export-films gestort, waardoor de Nederlandse liefhebber ‘uitgechineest’ is op het moment dat On the beat uitkomt. Het is aan diezelfde liefhebber om Ning Ying in het Chinese hoekje te plaatsen, maar dan wel in een mondiale context.
Car-spotting
De dagelijkse gang van zaken in een ‘precinct’ in Beijing maakt al snel duidelijk dat oud en nieuw — traditie en vooruitgang — met elkaar strijden in de hoofdstad van de Volksrepubliek China. Aan de ene kant heb je de buurtcomité’s van bemoeizuchtige omaatjes die in een kaartenbak bijhouden welke voorbehoedsmiddelen door welke vrouwen worden gebruikt. Aan de andere kant zitten de agenten gefixeerd naar slechte Amerikaanse politie-series te kijken en te ‘car-spotten’. "Zo, dat is een BMW, man!". "Nee joh, Amerikanen rijden niet in buitenlandse auto’s. Dat zal wel een Ford zijn." De stortvloed aan hongerige, halve of hele criminele plattelandsbewoners zorgt voor een toenemende werkdruk voor het politiekorps. Ook de anonimiteit van de vele torenflats maakt het werk een stuk moeilijker.
Dat weerhoudt deze dienders overigens niet om als geroutineerde Key Stone-cops met hun ploertendoder achter een hondsdolle zwerfhond aan te rennen. Zijn vangst signaleert het begin van een anti-honden actie die veel bureaucratie en huisbezoeken tot gevolg heeft. "Politiewerk bestaat vooral uit trivialiteiten", waarschuwt de ervaren Yang Guoli zijn jongere collega nog. Heel fijntjes wordt aan het begin van de film vermeld dat de gebeurtenissen zich afspelen in het Jaar van de Hond.
Ning Yings camera dwaalt soms achteloos af naar Yang Guoli, maar hij is niet echt het hoofdpersonage. De meldkamer van het politiebureau biedt genoeg mogelijkheden om de meest uiteenlopende arrestanten te laten opdraven. De agenten blijken individueel niet echt veel macht te hebben. Ze zijn met handen en voeten gebonden aan de strenge regels van het hoofdkantoor. Ze zijn jaloers op de geweren van hun Amerikaanse collega’s, die ze op tv met argusogen bestuderen.
Naturel
Ning Ying moet fantastisch met haar acteurs omgaan. Ze had half-grappend opgemerkt na For fun nooit meer met amateurs te werken, zo vermoeiend was het geweest. Maar met On the beat bewijst ze wederom dat het met niet-professionele acteurs even uitstekend gaat. Nog meer dan in het westen wordt het vak van acteur in China door veel status omgeven. Wanneer Gong Li een in lompen gehulde boerin speelt, klaagt het publiek steen en been. Dit geeft professionele acteurs een bepaalde zelfbewustheid, die soms veel te houterig uitpakt. Wellicht dacht Ning Ying met amateurs een meer naturel resultaat te kunnen bereiken en dat is haar uitstekend gelukt. Vooral de scène waarin Yang Guoli met zijn gezinnetje speelt is bijzonder warm en teder.
De film biedt een verfrissende kijk-ervaring. Het is niet uitsluitend gericht op het vermaak van bioscoopbezoekers, maar bevat ook geen loodzware boodschappen. Humor en verslaggeving zijn perfect met elkaar in balans. Ning Ying vindt het verleden niet beter of slechter dan het heden. Ze signaleert de Maoïstische bemoeizucht van het buurtcomité, de vervallen praal van een Mandarijns paleis, de gokkende criminelen, de groeiende ondernemingsdrift, de fascinatie voor westerse auto’s. Voor de een is Amerika de poel des verderfs, voor de ander het Beloofde Land. Zoals gezegd, On the beat wordt uitgebracht op een cruciaal moment. Is de markt werkelijk verzadigd met Chinese films? Of vergeten we het land van herkomst en laten we ons intrigeren door dezelfde universele thema’s die in iedere cultuur voorkomen?
Thessa Mooij