Of ik gek ben

Lachen in een tbs-kliniek

  • Datum 01-06-2016
  • Auteur
  • Gerelateerde Films Of ik gek ben
  • Regie
    Frank Lammers
    Te zien vanaf
    01-01-2016
    Land
    Nederland
  • Deel dit artikel

Met de verfilming van de roman Of ik gek ben, over het leven in een tbs-kliniek, maakt Frank Lammers zijn regiedebuut. De film gaat ten onder aan lolbroekerij.

Het klinkt als Kafka: opgesloten worden voor iets waarvan je je niets kunt herinneren. Het overkomt kunstenaar Benjamin. De hippe dertiger wordt beschuldigd van het drogeren, verkrachten en pogen tot het doden van een vrouw, maar heeft er geen herinneringen aan. Begrijpelijk, vindt zijn therapeut, want in de bewuste nacht onbrak het niet aan alcohol en pillen. Veroordeeld tot vijf jaar gevangenis zit Benjamin in een tbs-kliniek, waar behandelaars zinnetjes zeggen als: "Vertel gewoon eens iets over jezelf." Dat het geitenwollensokkenjargon de intelligente, goed van de tongriem gesneden Benjamin tot razernij drijft ("Ik zit hier godverdomme mijn tijd te verdoen tussen een stelletje mongolen") is begrijpelijk, want net als Jack Nicholson in One Flew over the Cuckoo’s Nest is hij verre van gek.
Dat kun je niet zeggen van de andere bewoners, zoals de jonge vrouw die haar ouders in reepjes sneed en door het doucheputje spoelde en de man die zijn baas met een schop doodsloeg. Wat niet wil zeggen dat het in de tbs-kliniek geen gezellige boel is met een aantrekkelijke verzorgster, die tussen de gevangenen door fladdert, en een kunstverzamelende geile directrice, die Benjamin haar bed in wil slepen ("Oh, seks en kunst: een onweerstaanbare combinatie"). Als het bedoeld is als satire is het lompe satire met soms het soort kluchtigheid waarvan we dachten dat het was uitgestorven. Zoals de scènes waarin een paar tbs’ers op hoerenbezoek mogen. De onnozelste hoeft niet te betalen, omdat hij een hoer een geweldig orgasme bezorgt. Grappen met hoeren: altijd lachen!
Debuterend regisseur Frank Lammers, die ook het scenario schreef, noemt Of ik gek ben een tragikomediethriller, maar zijn verfilming van de roman van Michiel Stroink, die een aantal jaren in een tbs-kliniek werkte, faalt op alle fronten. De film is niet komisch, zelden tragisch — alleen Cees Geel wekt als kwetsbare ziel iets van ontroering op — en als thriller volkomen ongeloofwaardig. Dat Mike Weerts, de initiator van de film, zich als Benjamin redelijk staande houdt in het lolbroekenscenario, is een wonder. Dat zelfs Monic Hendrickx niets kan maken van haar rol van getikte directrice zegt alles over de film, die als een op hol geslagen Loenatik, de geestige kinderfilm over een gekkenhuis, hopeloos uit de bocht vliegt.

Jos van der Burg