Of Horses and Men

Galopperend

  • Datum 18-12-2014
  • Auteur
  • Gerelateerde Films Of Horses and Men
  • Regie
    Benedikt Erlingsson
    Te zien vanaf
    01-01-2013
    Land
    IJsland/Duitsland
  • Deel dit artikel

De IJslandse Benedikt Erlingsson levert met Of Horses and Men een eigenwijs speelfilmdebuut af, waarin mens en paard de hoofdrol delen.

Paardenliefde: zijn piel hangt tussen zijn benen, zij doet een plas; hij trekt zijn lippen op, zij beweegt haar staart langs haar billen; hij schuift als een stier met zijn hoef over de grond. De zwarte hengst breekt door zijn hek en rent de witte merrie achterna. Hij bestijgt haar en berijdt haar, terwijl haar berijder nog in het zadel zit. Die wacht bedrukt tot het over is, zijn rug krom getrokken. De buurt kijkt door verrekijkers toe. De gortdroge humor, die doet denken aan Wes Anderson en Alex van Warmerdam, charmeert direct.
De IJslandse (theater)regisseur Benedikt Erlingsson ontroert met de wijze waarop hij de relatie toont tussen paard en mens in zijn speelfilmdebuut Of Horses and Men. De komische mozaïekvertelling speelt zich af in een gehucht in een oogstrelende IJslandse vallei. Daar leven de twee hand in hoef. Ze zijn gelijkwaardig en worden geconfronteerd met dezelfde oerthema’s: seks en dood. Erlingsson romantiseert ze niet. Hij presenteert ze als dingen die er nu eenmaal bij horen. We volgen de personages zonder duidelijk doel. Het episodische verhaal doet er niet zoveel toe; de film toont hoe magisch de omgang tussen paard en mens kan zijn.
Ook contact in letterlijke zin, want het aantrekken van het halster doet de regisseur voor als toverkunst. Eerst aaien over de rug, dan de palm van je hand onder de kin schuiven en tot slot het halster om de kop heen leggen. Bij Erlingsson ziet het eruit als een telepathische verbintenis. Hier ligt de kracht van Of Horses and Men: het gehakketak tussen mens en dier. Maar daar zit ook een keerzijde aan, want bij vlagen wordt Of Horses and Men te anekdotisch. Onverschilligheid ligt op de loer en dat is jammer. Je voelt dat Erlingsson zelf wel betrokken is bij het lot van zijn personages.
Zelfs als je niet van paarden houdt, fascineren de IJslanders. Ze zijn compact en hebben korte benen, als grote pony’s. In tölt-gang (een pas die lijkt op de draf, waar enkel IJslandse paarden aanleg voor hebben) trekken ze hun knieën hoog op en lopen als een parmantige, wankelende kleuter. Juist daardoor passen ze in het magisch-realistische niemandsland van Erlingsson. Close-ups van paardenogen worden afgewisseld met long shots van imposante vergezichten. In de landschappen liggen losse huizen verspreid als pionnen op een spelletje ganzenbord. De statische shots zijn veel van voren genomen om je mee te nemen naar een ander, subtiel gestileerd universum. Erlingsson hanteert een surrealistische logica die absurd mag lijken, maar in zijn context volkomen klopt. Hij zorgt dat je moet schipperen tussen fascinatie en empathie.
De meeste acteurs voegen zich naar die stilering. De vervreemdende speelstijl is grappig en soms een tikkeltje vlak. Daarom trekt vooral Sigríður María Egilsdóttir de aandacht: deze feministische debater geeft haar debuutrol diepgang en nodigt je uit om te raden naar wat zich in haar hoofd afspeelt. Ze is tegendraads, spreekt af en toe Zweeds, en gaat als enige niet mee in de gelijkheid tussen mens en paard: "Ik ben de baas", waarschuwt ze. En ook wij luisteren naar haar.

Laura van Zuylen