N’OUBLIE PAS QUE TU VAS MOURIR

De dood als drug

Met zijn debuutfilm Nord uit 1992 maakte hij een realistische tragedie. In zijn nieuwe film N’oublie pas que tu vas mourir kiest de jonge Franse regisseur Xavier Beauvois voor een romantische tragedie. Een saaie student kunstgeschiedenis blijkt besmet met het HIV-virus en volgt daarom het ideaal van de dichters uit de Romantiek. Met de dood op zijn hielen geeft hij zich over aan zoveel mogelijk uitdagende ervaringen en zintuiglijke sensaties.

Xavier Beauvois was pas 25 jaar oud toen hij Nord maakte. Met dit debuut was hij erg succesvol op talloze festivals en de film werd zelfs genomineerd voor de Felix voor beste Europese film. Voor de Fransen was het duidelijk: ze hadden eindelijk hun lang verwachte nieuwe talent ontdekt.
Nu, vier jaar later, komt Beauvois met N’oublie pas que tu vas mourir. Je kunt zeggen wat je wilt, maar deze Franse scenarist-regisseur-acteur heeft wel lef, want hij schuwt de grote thema’s niet. In Nord ging het om de onderhuidse en fatale spanningen van een verstoord gezin, dat aan alcoholisme (vader) en incest (moeder-zoon) ten onder gaat. Met zijn nieuwe film wil Beauvois bewijzen dat de levensidealen en kunstopvattingen uit de Romantiek weer actueel zijn. Thanatos en Eros, oftewel dood en seks, hebben zich aan het einde van de 20ste eeuw weer met elkaar verzoend en zijn opnieuw de stuwende krachten in het huidige fin de siècle.

Militaire dienst
Benoît, gespeeld door Beauvois zelf, is een jongen van deze tijd, die een vrij rustig en onbekommerd leventje leidt. Hij studeert, heeft aardige vrienden en begripvolle ouders. Echt een modelbestaan dus. De ellende begint als hij een oproep voor militaire dienst krijgt. Tot voor kort ook in Nederland het grote dramatische omslagpunt in het leven van een pacifistisch ingestelde en beschermd opgevoede jongeman van rond de twintig. Vanaf dat moment brokkelen Benoîts zekerheden in snel tempo af. Hij probeert van alles om onder de verplichting uit te komen, van een bezoek aan de psychiater tot aan een zelfmoordpoging tijdens zijn eerste dag in de kazerne. Bij toeval ontdekken ze in het militaire ziekenhuis dat Benoît seropositief is.
Op dat moment knapt er definitief iets in Benoît. Na een eenzame huil- en schreeuwpartij op een toilet volgt in de rest van de film een Danteske afdaling naar de hel. Onze protagonist voelt zich een soort reïncarnatie van de Engels dichter Lord Byron (1788-1824) en wil, in het aangezicht van zijn naderende dood, alles uit het leven halen wat er nog inzit. De zekerheid dat hij op korte termijn gaat sterven geeft hem een euforisch en overmoedig gevoel. Hij belandt in de gevangenis en sluit vriendschap met een drugsdealer die hem inwijdt in het echte leven van de drugs, de prostitutie en de criminaliteit.
In het tweede deel van de film beleeft Benoît een idyllisch en romantisch intermezzo in Italië, waar hij met het geld van een drugsdeal in Nederland naar toe is gevlucht. Met de mooie Claudia (Chiara Mastroianni) dwaalt hij langs een aantal artistieke meesterwerken en rustgevende landschappen en lijkt hij het normale leven weer te kunnen oppakken.

Voorspelbare kaders
Terwijl Beauvois thematisch voor eigentijdse onderwerpen kiest, is zijn stijl van filmen eerder behoudend en klassiek te noemen. Net als Nord ziet ook zijn nieuwe film er weliswaar mooi en verzorgd uit, maar de kaders zijn bijna altijd risicoloos en voorspelbaar. Beauvois heeft duidelijk niet de flair en de visuele overtuigingskracht, die zijn land- en leeftijdgenoot Mathieu Kassovitz in La haine etaleert.
De enkele keren dat Beauvois en zijn cameraman Caroline Champetier iets uitproberen is het resultaat ronduit lelijk. Zoals de veel te lange uitzoom tijdens een lezing in een klaslokaal, of de zoekende en schokkende beelden van nachtelijke Romeinse daken. Alleen aan het einde van de film, als Benoît in Kroatië is beland en zich heeft aangesloten bij het lokale leger, gooit Beauvois er wat super-slowmotion beelden tegenaan die wél effectief zijn.
Ondanks de pathetische inhoud en het weinig spannende verhaalverloop blijft de film toch tot het einde boeien. Het acteerwerk van Beauvois en Chiara Mastroianni — de dochter van Marcello en Catherine Deneuve — is redelijk, maar vooral Roschdy Zem, als de drugsdealer, is erg overtuigend. Met name de scène waarin hij een soort voorlichtingsles over creatief drugsgebruik geeft is indrukwekkend. Na de discussies over ‘geweld in films’ zou door deze beelden het thema ‘drugsgebruik in films’ wel eens op de politieke agenda kunnen komen.

François Stienen