Network
Duivelspact met multinational
Het Amerikaanse duo Paddy Chayefsky en Sidney Lumet maakte in 1976 indruk met het tussen satire en aanklacht laverende Network. Hun met vier Oscars bekroonde woedekreet blijkt zowel tijdloos als visionair.
Ruim veertig jaar na zijn Oscar-triomf blijft de ‘perfectly outrageous’ film Network even sterk als actueel. De donkere, satirische kroniek van de gekke televisieprofeet Howard Beale is een metafoor voor een samenleving uit balans. Met dank aan de mise-en-scène van Dog Day Afternoon-regisseur Sidney Lumet, die de studiofilm een rebels en extreem karakter bezorgde, en het scenario van Paddy Chayefsky, dat visionair bleek. Het is geen toeval dat een Broadway-adaptatie, onder regie van Ivo van Hove, momenteel furore maakt. Tijd voor een eerbetoon, dacht Carlotta Films en de Franse distributeur pakt uit met een ‘ultra collectors box’ die, naast een gerestaureerde versie van Network, met een boek (Fou de rage van Dave Itzkoff) en een documentaire (By Sidney Lumet van Nancy Buirski) de inbreng van zowel scenarist Chayefsky als regisseur Lumet belicht.
In de film wordt een ontslagen nieuwspresentator plotseling populair wanneer hij dreigt met een live zelfmoord. Volgens Lumet waren tv-zenders niet per se hun doelwit. “We joegen op groter wild. Voor mij draaide het om de corruptie van de Amerikaanse geest. Network gaat niet alleen over televisie, het is een metafoor voor een Amerika dat verandert in een mega-onderneming.” Die kritiek op corporate Amerika past bij een morele filmmaker die zweert bij rechtvaardigheid en macht wantrouwt. Lumet groeide op in armoede, koesterde verzet en voelde zich “aangetrokken tot radicaliteit en personages die rebelleren, een status quo niet aanvaarden en autoriteit bevragen”. Voor hem is de sleutelscène van Network die waarin UBS-baas Arthur Jensen de zelfdestructieve Beale (Peter Finch, die zich in werkelijkheid letterlijk dooddronk) overtuigt dat bedrijfsbelangen belangrijker zijn dan individuele en nationale noden.
Dit duivelspact, waarbij identiteit en idealisme vernietigd worden door een vervreemdende multinational, boeide ook Chayefsky. Maar voor hem was de cruciale scène die waarin Beale kijkers oproept om “I’m as mad as hell and I’m not going to take this anymore” uit te schreeuwen. Chayefsky vreesde niet alleen de banalisering van nieuws en waarheid, zijn schrikbeeld was een medium dat kijkers dicteert wat te denken en te doen. De woelige jaren zestig hadden met gevoelens van angst, paranoia en woede immers een voedingsbodem gecreëerd voor maatschappelijke spanningen en een narcistische cultuur. Blinde woede is gevaarlijk, want manipuleerbaar, wist Chayef-sky. Maar zwijgen is geen optie. Woede moet niet opgekropt maar geuit worden. Als protest tegen onrecht.