Ne me quitte pas
Zelfs de boom is verdwenen
De licht-absurdistische documentaire Ne me quitte pas, die draaide in de IDFA-hoofdcompetitie, laat op buitengewone wijze zien hoe vriendschap en zelfdestructie hand in hand kunnen gaan. Schuif aan bij de keukentafel bij de Belgische Marcel en Bob.
Twee jaar lang dronken regisseurs Niels van Koevorden en Sabine Lubbe Bakker mee met de zachtaardige, aan drank verslaafde Marcel en Bob, twee melancholieke zielen die elkaar hebben gevonden aan de keukentafel, waar de fles altijd open staat.
De drinkenbroeders lijken onafscheidelijk, en maken zelfs plannen om samen een eind aan hun leven te maken, en wel bij een zorgvuldig gekozen boom die Wachten op Godot-schrijver Samuel Beckett moet hebben aangesproken. Want als Bob na een lange wandeling door het bos eindelijk bij de plaats komt waar de boom had moeten staan, blijkt de boom verdwenen, of Bob moet verdwaald zijn. Ook het motto van het door Studio Godot geproduceerde Ne me quitte pas is van Beckett: "It is not everyday that we are needed."
De Waalse Marcel en de Vlaamse Bob willen het liefst verdwijnen en stoppen met denken, want hun gedachtes zijn te duister en overvloedig. Marcel en Bob zijn geen excentriekelingen want zoals zij zijn er velen. Trillend als er geen alcohol wordt geschonken, gekweld door een mislukt huwelijk, dat éne glaasje drinkend na tien dagen droogstaan, en liegend over het aantal innames per dag. Op bezoek bij een verslavingsarts komt Bob ermee weg als hij zegt dat hij een halve liter rum per dag drinkt — Marcel onthult later dat het toch echt 1,5 liter is. Subtiel maar niet minder aangrijpend zijn de scènes waarin Marcel met zijn drie kinderen een armzalig carnavalsfeestje bezoekt in een kroeg waar de kinderen zich aan hem vastklampen.
Tragikomische, licht-absurdistische scènes zijn er ook, zoals een gezamenlijk bezoek aan de tandarts en de emmer water die Bob over het hoofd van de omgevallen Marcel stort. Maar echt lachen wordt het nooit, daarvoor benaderen Van Koevorden en Lubbe Bakker de twee mannen met te veel respect en zien ze hen terecht niet als rariteit. Van Koevorden, die al indruk maakte met zijn afstudeerdocumentaire aan de Filmacademie Winterslaap in Lukomir, hanteerde zelf de camera, zodat de tweekoppige crew makkelijk bij de twee mannen konden aanschuiven. Met groots resultaat: Ne me quitte pas, gelardeerd met passende muziek van Françoise Hardy, is een buitengewone documentaire over twee mannen die elkaar op de been houden maar elkaar ook naar de ondergang leiden. Vriendschap en zelfdestructie gaan hier hand in hand.
Bivakkeren
Niels van Koevorden lijkt met zijn eerste lange documentaire zijn draaimethode te hebben gevonden. Net als in Winterslaap in Lukomir, over een dorpje in Bosnië en Herzegovina dat in de winter totaal is afgesloten van de buitenwereld, bivakkeert hij een langere tijd bij de mensen die hij filmt, zodat hij er een band mee kan smeden. Beide regisseurs zijn geen antropologen die van een kritische afstand notities maken, maar proberen een onderdeel te worden van de groep om een bepaald soort nabijheid te krijgen. De regisseurs hoopten dan ook dat Marcel en Bob tevreden zouden zijn over het resultaat, zo zeiden de regisseurs in een interview. In de journalistiek is zoiets not done, maar deze twee mannen vragen om een andere aanpak dan een inzichtelijke reportage. Want deze documentaire reikt verder dan de borreltafel van Bob, het bestrijkt het hele leven.
Omdat de makers een documentaire niet gebruiken voor een afstandelijke informatieoverdracht, worden de precieze oorzaken van het overmatige alcoholgebruik niet direct duidelijk. We moeten zelf naar deze mannen kijken, tot het vellen van een oordeel worden we gelukkig niet uitgelokt. Dat deze mannen gevoelig, humoristisch en levenslustig zijn lijkt in tegenspraak met hun destructieve gedrag, maar juist deze karaktereigenschappen kunnen de behoefte aan opwekkende en bezwerende alcohol verhogen. Misschien wil Marcel wel te veel in het leven maar lukt het hem zelden om aan de zelf opgelegde eisen te voldoen. Bob lijkt zich ondertussen te hebben neergelegd bij de zwaarte van het bestaan en gebruikt de alcohol als een laatste medicijn. Want we zijn niet iedere dag nodig.
Mariska Graveland