My Week with Marilyn
Een glimp van de ongrijpbare Monroe
Michelle Williams kroop in de huid van Marilyn Monroe, in een film die achter de schermen van een zenuwslopende filmproductie én achter de façade van het sterrendom gluurt.
Terugkijkend op zijn ervaringen met Marilyn Monroe, vergeleek Billy Wilder het maken van een film met haar eens met een bezoek aan de tandarts: "Op het moment zelf was het een hel, maar wanneer het klaar was, was het geweldig." Met haar grillen, verslavingen en paranoia maakte ze zichzelf zo goed als onmogelijk. Maar wat was ze onweerstaanbaar en wat spatte ze van het scherm — als het uiteindelijk was gelukt haar tekst foutloos over haar lippen te krijgen.
Dat is waar My Week with Marilyn óók over gaat. Op de set van de Brits-Amerikaanse productie The Prince and the Showgirl steekt Marilyns tegenspeler en regisseur Laurence Olivier — door Kenneth Branagh lekker hautain neergezet — zijn misnoegen niet onder stoelen of banken. Het is de oudere Sybil Thorndike (Judi Dench) die het opneemt voor Monroe, onder meer door te stellen dat zij als enige op de set weet hoe je voor een camera moet acteren. De gelauwerde theateractrice kende haar eigen beperkingen beter dan Olivier, die zijn klassieke theaterachtergrond vooral gebruikte om Monroe te intimideren. Waarbij hij zich ook nog eens groen en geel ergerde aan de aanwezigheid van haar persoonlijke method acting-coach Paula Strasberg. Toch moet ook Olivier uiteindelijk constateren dat de ster een superieure relatie met de camera heeft: "She makes me look dead!"
Schot in de roos
Dit soort smakelijke anekdotes danken we aan de dagboekaantekeningen van de toen 23-jarige Colin Clark, die bij de film terechtkwam in een poging om uit zijn aristocratische milieu los te breken. Hij is de verteller in My Week with Marilyn. Zijn eerste baan is een schot in de roos: hij mag niet alleen voor zijn held Laurence Olivier werken, maar komt bovendien voor even in de intieme nabijheid van de meest sexy vrouw op aarde. Voor zover zijn relaas het onthult, blijft alles nogal in het nette, maar het moet behoorlijk opwindend zijn geweest voor de frisgewassen, stijf-Britse Clark. Eddie Redmayne geeft hem de opgetogen grijns van iemand die niet weet wat hem overkomt. Door zijn ogen krijgen we ook de vrouw te zien die Marilyn was buiten het zicht van camera’s: gevat, gevoelig en getroebleerd.
Al voor de Amerikaanse première werd er volop gespeculeerd over een Oscar voor Michelle Williams, die haar tanden zette in de hoofdrol. Het is een prestatie op zich om je aan zo’n project níet geweldig te vertillen, maar Williams overtuigt volkomen. Ze kopieerde nauwgezet het wiegende loopje, de kinderlijke mimiek en de slaperige loomheid in haar stem en bewegingen. Af en toe vangen we zelfs een glimp op van dat ene ongrijpbare, dat maakte dat Monroe alle aandacht naar zich toetrok zodra ze het beeldkader kwam binnenwandelen. Maar toch: wanneer de crew de rushes bekijkt — het moment waarop ze de onzekere vrouw met wie ze op de set werken, zien transformeren tot een ster — zien wij nog steeds een actrice. Zo blijft Marilyn Monroe wat ze altijd al was: een mysterie.
Sasja Koetsier