MY ARCHITECT: A SON’S JOURNEY
Monument voor een vader

Louis I. Kahn was een architect met een geheim. Zijn zoon bijvoorbeeld. Dertig jaar na de dood van zijn vader probeert hij diens leven te reconstrueren.
Al helemaal aan het begin van My architect: a son’s journey zegt architectuurhistoricus Vincent Scully iets opmerkelijks: "In de joodse mystiek, en daar weet ik niet veel vanaf, is het zo dat God alleen te kennen is door zijn werken. En zolang de Messias nog niet gekomen is, kan het werk van elke joodse architect het werk van God zijn." Scully is de tweede persoon die theater- en filmmaker Nathaniel Kahn opzocht in zijn documentaire zoektocht naar de waarheid over zijn in 1974 overleden vader Louis I. Kahn. En hij zette diens woorden nogal plompverloren meteen maar aan het begin van zijn film, in plaats van ze als mooie dramatische conclusie over het leven van een zoekende man te gebruiken. Anders dan de meeste documentaires waarin ’talking heads’ samensmelten tot een eenstemmige harmonie, ordende Nathaniel Kahn zijn ontdekkingen hoe hij ze aantrof: chronologisch, soms contradictoir of onvolledig. Dat is prikkelend.
India
Kahn senior was een van de meest toonaangevende Amerikaanse architecten van de twintigste eeuw, die internationaal gezien op gelijke hoogte stond met Frank Lloyd Wright, Le Corbusier en Mies van der Rohe, hebben we al helemaal aan het begin van de film van zijn oude vriend en collega Philip Johnson gehoord, die Kahn tevens de meest aimabele van de vier vond: "Frank Lloyd Wright was te knorrig, Le Corbusier een rotzak en Mies van der Rohe totaal onaanspreekbaar." Misschien is het omdat Kahn zoveel minder heeft gebouwd dan zijn tijdgenoten, dat hij minder bekend is. En misschien was hij trouwens ook wel niet in alle gevallen zo’n aardig mens. Bij het overlijden van zijn vader ontdekte de toen 11-jarige Nathaniel dat hij niet alleen een onechte en op zijn begrafenis ongewenste zoon was, maar dat zijn vader er maar liefst drie parallelle huishoudens op na heeft gehouden. En de lange periodes die hij in India en Bangladesh doorbracht doen vermoeden dat het er nog wel eens meer kunnen blijken te zijn.
Voorwaar een verhaal waar Hollywood van smult en dat deed het dan ook vorig jaar, toen My architect een Oscarnominatie voor Beste Documentaire ontving.
Kahns bouwwerken doen nog het meeste aan die van Le Corbusier denken: monumentaal, vol indirect daglicht dat via vensters en sleuven naar binnen valt, gebouwd van duurzame materialen als hout en beton waarop de tijd van de architecten zijn werking zichtbaar mocht maken. En waar Le Corbusier zich liet inspireren door de christelijke mystiek, putte Kahn vooral uit de joodse traditie.
Die weerhield hem er aan het einde van zijn leven niet van om de parlementsgebouwen van de regering van Bangladesh in Dhaka te ontwerpen, zijn magnus opus, waarin hij een complete moskee verwerkte. Daar in die majestueuze ruimtes eindigt ook de queeste van zijn zoon, die gedurende de film niet één vader vond, maar vele. En ze weer verloor.
Dana Linssen