MotherFatherSon

IJzige mediamagnaat in slappe serie

Richard Gere speelt in de psychologische thriller MotherFatherSon een invloedrijke mediamagnaat die niet schuwt zijn tegenstanders, familie incluis, een hak te zetten. Gere’s acteerwerk is de grootste attractie in een richtingloze BBC-serie.

De Amerikaanse entrepreneur Max Finch (Richard Gere) is de trotse eigenaar van een trits aan Britse kranten. Dat hij regelmatig bij de premier op audiëntie mag komen is exemplarisch voor zijn macht. Hij is medeverantwoordelijk voor de stemming in het land, en dat realiseren politici zich maar al te goed.

Finch was getrouwd met Kathryn Villiers (Helen McCrory) met wie hij zoon Caden (Billy Howle) kreeg. Caden zwaait nu de scepter over Finch’ kwaliteitskrant The National Reporter terwijl Villiers – ooit een flanerende jetsetter – zich over daklozen ontfermt. Alles is ogenschijnlijk in kannen en kruiken totdat Caden een hersenbloeding krijgt en zal moeten revalideren. Een jarenlange verslaving aan verdovende middelen lijkt de boosdoener. Vervolgens ontstaat er ruzie tussen zijn ouders. In flashbacks wordt onthuld hoe het altijd al hommeles was tussen de labiele Villiers en haar berekenende echtgenoot, en hoe Cadens jeugd bij vlagen een hel was.

In het heden zien we hoe de twee in gesprek zijn met de neuroloog die hun zoon behandelt. Die vertelt dat Caden vanwege zijn medische toestand last kan krijgen van stemmingswisselingen, en dat hij wellicht uit de school zal klappen over indiscrete zaken. Finch schrikt meteen op: indiscreet, wat houdt dat in? Want de mediamagnaat – zo blijkt al snel in de openingsaflevering – houdt er uit lijfsbehoud dubieuze praktijken op na. Zo laat hij her en der mensen afluisteren, en is het inhuren van privédetectives eerder regel dan uitzondering. En zoonlief is daarvan op de hoogte.

Scenarist Tom Rob Smith (American Crime Story, 2016) schotelt de kijker in MotherFatherSon een innige band voor tussen de politiek en het journaille. Het is een verbintenis die, net zoals Finch’ relatie tot zijn zoon en ex-vrouw, af en toe flink onder spanning kan komen te staan, vanwege tegenstrijdige belangen. Deze metafoor wordt echter rommelig gebracht. Smith wil op ambitieuze wijze een familiedrama combineren met een politiek schouwspel, maar ontbeert focus. Zo speelt er op de achtergrond een gemene verkiezingsstrijd die pas later in het achtluik een rol van betekenis speelt, en dat is een gemiste kans.

Richard Gere verdient daarentegen, net als zijn tegenspekers, alle lof voor zijn werk. Hij speelt met een ijzige blik een soort kwelgeest die met alle winden meewaait, zolang er maar wat te verdienen valt.