Mirai

Het wonder van een nieuw zusje

  • Datum 30-04-2019
  • Auteur Rik Herder
  • Thema Filmkrant 420
  • Gerelateerde Films Mirai
  • Regie
    Hosoda Mamoru
    Te zien vanaf
    02-05-2019
    Land
    Japan, 2018
  • Deel dit artikel

Mamoru Hosoda maakt epische avonturen van kleine, bescheiden verhalen. De anime-auteur is het warm kloppende hart van de Japanse verbeeldingsfabriek. Met Mirai, verteld vanuit het perspectief van een vierjarig jochie, maakt hij eindelijk zijn Nederlandse bioscoopdebuut.

Vreemd eigenlijk dat er meer films bestaan over bankovervallers en vliegende mannen met een cape dan over de geboorte van een baby. Is er een grotere schokgolf denkbaar in het leven van een gemiddeld mens? “Een invasie door aliens is wonderbaarlijk, maar de ontwikkeling van een kind is minstens zo wonderbaarlijk”, zei de Japanse regisseur Mamoru Hosoda (1967) in 2016 tegen The Hollywood Reporter.

In Hosada’s nieuwste film Mirai krijgt de vierjarige Kun een zusje en dat is het enige onderwerp van deze gedurfd alledaagse film. Tussen tedere, herkenbare en onuitstaanbare momenten door (dat gehuil!) krijgt Kun bezoek van familieleden uit toekomst en verleden die hem levenslessen leren. Dit fantasy-element is typisch Hosoda: zowel plottruc die de kabbelende film van dynamiek voorziet als metafoor voor de enorme geestelijke ontwikkeling die een peuter door moet maken. Het verhaal baseerde Hosoda op observaties van zijn eigen zoon van drie jaar en dat voel je aan alles. Zoonlief mocht uitgebreid door de studio banjeren zodat de animatoren de mimiek en lichaamstaal van een peuter leerden kennen. Kijk eens hoe precies en liefdevol de beweging getekend is waarmee Kun zijn beentjes onhandig over de stang van zijn fietsje wurmt.

Glashelder
Hosoda Mamoru is de belangrijkste anime-auteur van het moment, samen met Makoto Shinkai, wiens meest recente film Your Name alle records brak. Waar Shinkai wervelende, glossy films maakt over onbereikbare liefdes, is Hosoda meer de man van de eenvoud. Zijn lijnen en verhalen zijn glashelder. Bij hem draait alles om familie: opgroeien en loslaten, op eigen benen leren staan, je eigen rol vinden. Een humanist in hart en nieren die met tedere maar haarscherpe blik kijkt naar het alledaagse. Maar hij is meer Spielberg dan Ozu: hij verpakt zijn verhalen in fantasie, actie en avontuur. Het contrast tussen deze alledaagse en fantastische werelden brengt de onderliggende thema’s in focus. Dat maakt zijn films tot familiefilms in de beste zin van het woord.

Het begin van Hosoda’s carrière was nog vallen en opstaan. Na zijn regiedebuut met de commerciële franchise-productie Digimon volgde een mislukt avontuur bij Studio Ghibli. Terwijl hij middenin de productie van Howl’s Moving Castle (2004) zat kwam Ghibli-grootvader Hayao Miyazaki terug van pensioen en moest Hosoda plots het veld ruimen. Zijn eigen stem vond hij met The Girl Who Leapt Through Time (2006), over een verliefde tiener die korte sprongen door de tijd kan maken. Dolgelukkig dat ze nog een keer dat lekkere toetje kan eten dat eigenlijk al op was, ontdekt ze later dat tijdreizen ook fouten in de liefde kan repareren.

Hierna volgden grootse en succesvolle films over het meest universele thema dat er is: familie. In het spectaculaire Summer Wars (2009) ontmoet een schuchtere puber zijn complexe schoonfamilie, maar moet hij ondertussen ook vechten tegen een cyberdemoon in een uitzinnige online wereld. In het ontroerende Wolf Children (2012) probeert een alleenstaande moeder haar dochter en zoon op te voeden, kinderen die toevallig ook nog eens half wolf zijn. En in het geestige The Boy and the Beast (2015) leert een jongen de nobele krijgskunsten van een behaard beest, dat tegen hun beider zin uitgroeit tot vaderfiguur.

Flinterdun vlies
Het fijne van Hosada’s contrast tussen alledaagsheid en fantasie is dat het zo vanzelfsprekend wordt gebracht, zonder toeters en bellen. In Pixar’s Coco (2017) loopt de overtocht naar het dodenrijk via een magische bloemenbrug – een climaxmoment van jewelste. In The Boy and the Beast struikelt de hoofdpersoon in een achterafsteegje zomaar een andere dimensie in, waar beesten wonen in plaats van mensen. In Hosoda’s wereld is het vlies tussen onze wereld en de andere – of dat nou de toekomst is, het verleden, cyberspace of een andere dimensie – nu eenmaal flinterdun. Hiermee staat Hosoda stevig in de Japanse cultuur.

En tegelijkertijd, ook al zo prettig, zijn de films van Hosoda helder en klassiek. Heel anders dus dan de grillige droomlogica van Miyazaki, die vaak geen flauw benul had waar zijn storyboards zichzelf heen tekenden. In Screen vertelde Hosoda dat hij fan is van klassieke cinema en dat zie je terug. Zo is The Boy and the Beast een mengvorm van de traditionele coming-of-age en kungfu-genres, maar dan met het beest als sensei. Het maakt Hosoda’s films even wonderlijk als lichtverteerbaar. En dat kunnen alleen de allergrootsten.