MIFUNE’S LAST SONG
Leugens en tederheid
In het verrassend tedere Mifune’s last song toont Kragh-Jacobson geen destructie, maar wederopbouw. Hoe leeft een mens verder wanneer zijn leugens zijn ontmaskerd?
Kragh-Jacobsen heeft nog veel meer lef dan zijn jongere voorgangers van Dogma, Von Trier en Vinterberg. Hij zet drie totaal verschillende personages neer in het uitgestorven platteland van Zuid-Denemarken en laat ze nader tot elkaar komen. De yup Kresten wordt genadeloos met zijn verleden geconfronteerd wanneer zijn vader overlijdt. Hij verlaat zijn kersverse bruid en een veelbelovende carrière in het bedrijf van haar vader om de begrafenis te regelen. Wanneer zijn achterlijke broer Rud duidelijk niet voor zichzelf kan zorgen, blijft Kresten tegen wil en dank hangen. Hij regelt een huishoudster, de beeldschone Liva, die weg rent van haar bestaan als Kopenhaagse call-girl. Met zijn drieën proberen ze er wat van te maken, maar dat lukt pas nadat ze laag na laag van hun eigen — gelogen — identiteit moeten afpellen.
Stadse hardheid
De eerste twee Dogma-films The idiots en Festen gaan over de verwoestende kracht van groepsprocessen. Mifune’s last song, winnaar van de Zilveren Beer in Berlijn, is veel intiemer; het laat zien hoe mensen elkaar kunnen helpen als ze eenmaal hun leugens opgeven. Søren Kragh-Jacobsen was aanvankelijk geïnspireerd door Toshiro Mifune, Kurosawa’s favoriete acteur die met zijn samoerai-afkomst en mogelijk zijn eigen seksualiteit worstelde. Met het gegeven van diens verstopte verleden ging hij aan de slag, geholpen door twee jongere scenaristen en de improvisaties van de acteurs.
Anders Berthelsen (Kresten), Iben Hjejle (Liva) en Jesper Asholt (Rud) zijn aan elkaar gewaagd. Het is een hele opgave voor acteurs om zich zonder volgepland plot, zonder spannende locaties en rekwisieten bloot te geven. Hun subtiele samenspel en de lichte, soms humoristische toon die de regisseur aanslaat, zorgen ervoor de film niet lijdt onder de eenheid van tijd en plaats. Het is geen toneelmatige film, waarin de dialogen loodzwaar wegen. Met zijn aparte manier van denken geeft Rud menig interessante draai aan situaties. Uiteindelijk wint de liefde het van Kresten en Liva’s stadse hardheid en cynisme.
Er is moed voor nodig om dat overtuigend te vertellen, maar Kragh-Jacobsen heeft daarvoor de juiste papieren in huis. Hij maakte geen vormexperiment over loodzware onderwerpen als incest of waanzin, dus in die zin past hij niet in het rijtje van zijn baanbrekende voorgangers. Maar Von Trier en Vinterberg zullen heel goed geweten hebben dat ze met de kinderfilmer geen beeldenstormer binnen zouden halen, maar iemand die een groot internationaal publiek aan kan spreken. Dogma is dus eigenlijk voor iedereen; gelukkig maar.
Thessa Mooij