Mes frères et moi

Ook in achterstandswijken schijnt de zon

Mes frères et moi

Het ontbreekt niet aan films over ellende in Franse achterstandswijken. Regisseur Yohan Manca wil nu eens iets anders laten zien. In zijn debuutfilm Mes frères et moi trotseert een tiener in een kansarme buurt de tegenwerking van zijn broers als hij operazanger wil worden.

Filmmakers hoeven de werkelijkheid niet te verbloemen, maar wie afgaat op Franse films over banlieues en andere achterstandswijken zou denken dat het leven in de hel niet erger kan zijn. De indruk die gewekt wordt is die van een oorlogsgebied, waarin drugsbendes elkaar te lijf gaan en racistische politieagenten het laatste restje leven uit de wijk slaan. Dat er ook mensen wonen die dagelijks naar hun werk gaan en het beste voor hebben met de buurt, kom je in deze films niet tegen.

Theatermaker en debuterend speelfilmregisseur Yohan Manca, die opgroeide in een Parijse buitenwijk, ergert zich aan dit stereotiepe beeld. Hij zet er met zijn toneelbewerking Mes frères et moi een levenslustig beeld tegenover. De regisseur, bij wie Spaans en Italiaans bloed door de aderen stroomt, pretendeert niet dat zijn film dé werkelijkheid laat zien over achterstandswijken, maar wel een in de media veelal onzichtbare werkelijkheid. Hij liet zich inspireren door zijn jeugd, maar ook door filmmakers uit de gouden periode van de Italiaanse cinema, met name Fellini en Scola.

Mes frères et moi, dat zich afspeelt in een niet nader genoemde Zuid-Franse stad, voert de veertienjarige Nour op, die het als jongste van vier broers niet makkelijk heeft. De vader van het gezin is overleden en de moeder ligt in coma op bed. Dat Nour van Pavarotti houdt, vinden zijn broers bespottelijk. Het leidt tot spanningen als de jongen in de zomer gratis een operacursus mag volgen. Nours oudste broer wil er niet van horen, want hij vindt dat het tijd is dat zijn broertje als pizzabezorger een bijdrage levert aan het karige gezinsinkomen.

De film toont uitstekend het dilemma van Nour, die klem zit tussen wat thuis van hem verwacht wordt en een andere, culturele wereld waartoe hij zich aangetrokken voelt. Het had makkelijk kunnen uitmonden in een verhaal over een zielige tiener, die het op moet nemen tegen drie bullebakken van broers, maar in die valkuil valt de film niet. Ook Nours broers zijn levensechte personages, die evenveel van elkaar verschillen als broers in het echte leven. Dat de oudste broer wil dat Nour gaat werken, is begrijpelijk, want voor voldoende brood op de plank is alle hulp nodig.

Het in warm zomerlicht badende Mes frères et moi is een warmbloedige, innemende film over het leven in een achterstandswijk. De tussen realisme en modern sprookje balancerende film maakt de pijn van het zich los worstelen uit een weliswaar warm, maar ook benauwend milieu, bij vlagen ontroerend voelbaar.