Little Joe

Bang voor een bloem

Een werkverslaafde wetenschapper creëert een plant die werkt als antidepressivum.

Visueel klopt werkelijk alles aan Little Joe, de eerste Engelstalige film van de Oostenrijkse regisseur Jessica Hausner. Sets, kostuums en kapsels vormen één, strak uitgelijnd geheel van felle kleuren, met de knalrode blaadjes van bloem ‘Little Joe’ als dramatisch middelpunt. Die bloem is vernoemd naar Joe, de tienerzoon van Alice, een kweker die zoveel tijd in het laboratorium doorbrengt dat ze stiekem een van haar creaties meeneemt voor haar eenzame kind. De plant werkt als Prozac: mits goed verzorgd, verhoogt hij het geluksgevoel van de eigenaar.

Alice is een introvert type, zo serieus en beheerst dat actrice Emily Beecham haar met minimale veranderingen in stem en mimiek leven moet inblazen. De jury van het Filmfestival van Cannes bekroonde Beecham vorig jaar met de prijs voor Beste Actrice, maar Alice blijft een afstandelijk personage, veel sympathie wekt ze niet op. Ook niet als ze in de problemen komt.

Hausner en coscenarist Géraldine Bajard spelen bewust met het idee van een vrouwelijke dokter Frankenstein: elk wetenschappelijk experiment draagt risico’s in zich, het blijft ongewis gewroet in de natuurlijke orde. De keerzijde van het geluk dat bloem Joe verspreidt is dat het zaligmakend is: zijn verzorgers hebben voortaan genoeg aan zichzelf. Ze zijn de afhankelijkheid van andere mensen ontstegen.

Tegenstanders van antidepressiva en genetisch gemodificeerde planten zullen in Little Joe hun gelijk bevestigd zien, maar de film is geen pamflet. Hausner houdt van ambiguïteit, zoals ze eerder liet zien in het drama Lourdes (2009), waarin al dan niet een wonder plaatsvond in het gelijknamige bedevaartsoord.

Little Joe is vooral een zorgvuldig gestileerd gedachtenexperiment – Hausner creëert een oogstrelend, maar geen ontroerend universum. De zenuwslopende soundtrack van de Japanse componist Teiji Ito hint voortdurend naar dreigend gevaar, maar op twee rake klappen en veel indringend oogcontact na gebeurt er weinig engs. Audrey II uit Little Shop of Horrors (1986) was vele malen bloeddorstiger dan Little Joe. Alice’s opportunistische chef en haar rigide therapeut zijn minstens zo eng als haar uitvinding.