LES AMOURS IMAGINAIRES

Laconieke adonis

  • Datum 27-01-2011
  • Auteur
  • Gerelateerde Films LES AMOURS IMAGINAIRES
  • Regie
    Xavier Dolan
    Te zien vanaf
    01-01-2010
    Land
    Canada
  • Deel dit artikel

Les amours imaginaires

Xavier Dolan komt minder dan een jaar na zijn debuut al met opvolger les amours imaginaires, een verraderlijk oppervlakkige driehoeksverhouding.

Op de middelbare school had ik een muzikaal wonderkind in de klas. Als hij iets hoorde speelde hij het direct na op de piano en met zijn composities won hij toen al her en der prijzen. Naast het hogere kunstwerk had hij ook een bandje, op de britpop-leest van Oasis en Blur geschoeid. En het mooie was: telkens als er een nieuw album verscheen van een door hem bewonderde groep, had zijn eigen band een week of twee later een nieuwe song op het repertoire die daar verdomd veel op leek, maar toch ook iets volstrekt eigens had.
Zo is het ook zo’n beetje met Xavier Dolan. De inmiddels 21-jarige Canadese autodidact bestormde vorig jaar met zijn semi-autobiografische debuut j’ai tué ma mère het internationale festivalcircuit. Voor het maken van opvolger les amours imaginaires, over de liefdesdriehoek tussen de vrienden Marie (Monia Chokri) en Francis (Dolan) en de laconieke adonis Nicolas (Niels Schneider), had hij vervolgens minder dan een jaar nodig. In beide films zijn, hoewel een eigen signatuur zeker aanwezig is, ook de inspiratiebronnen nooit ver weg: de Franse relschoppers van de Nouvelle Vague liggen constant op de loer; François Ozon zwemt er in rond; en voor les amours imaginaires wordt ook het rijke kleurenpalet en weldadig gebruik van slow-motion van Wong Kar-Wai aangesproken. Dolan is de Tarantino voor de hipstergeneratie van de jaren ’10.

Modeplaatjes
Dat brede palet aan verwijzingen wordt ingezet voor een vertelling over hoe de mens zichzelf de liefde inbeeldt of aanpraat. Marie en Francis vallen beiden voor Nicolas, de nieuwe jongen in de stad met zijn blonde krullen en moeiteloze charme. Nicolas gaat vrolijk maar ogenschijnlijk nietsvermoedend mee in hun steeds openlijker flirts, terwijl die de vriendschap tussen de twee tegelijkertijd danig op de proef stellen. Dolan wisselt zijn verhaal af met semi-documentaire confessies over verbroken liefdes van mensen die verder niets met de plot te maken hebben — als de schaduwzijde van de zoetsappiger tussendoortjes uit when harry met sally… (Rob Reiner, 1989). Het geeft dit kleine, particuliere verhaal een meer universele lading.
Het drietal en de ultrahippe vriendenkring waarin zij opereren (Dolan was naast regie, scenario, productie en montage ook zelf verantwoordelijk voor de modeplaatjes-kostuums) wordt in beeld gebracht op feestjes, etentjes, in cafés of bij bezoekjes aan theaters en bioscopen. Daarbij ligt de nadruk op het uiterlijk — zowel voor de filmmaker, die zijn drie hoofdpersonen vat in uitgesponnen slow motion-beelden op de verleidelijke Franse versie van het liedje ‘Bang Bang’, als voor die personages zelf. Het veelvuldig gebruik van die slomo, en de ogenschijnlijke oppervlakkigheid van de film, kwamen Dolan op beschuldigingen van narcisme te staan. Maar juist in die overdadige stijl zit ook een scherpe kritiek op deze oppervlakkige wereld vervat.

Joost Broeren