LES AMANTS RÉGULIERS

Revoluties van vlees en bloed

  • Datum 07-10-2010
  • Auteur
  • Gerelateerde Films LES AMANTS RÉGULIERS
  • Regie
    Philippe Garrel
    Te zien vanaf
    01-01-2005
    Land
    Frankrijk
  • Deel dit artikel

Zelf een kind van de Franse studentenopstanden van mei ’68, maakt Philippe Garrel in les amants réguliers de balans op van zijn generatie. De Fransen zijn gedoemd tot twijfel en opstand.

Parijs staat in brand. Het is nacht en de vlammen laaien op in vurig zwart-wit. Van dat zwart-wit dat gezichten nog bleker doet lijken dan ze al zijn, wallen diep tekent en waarin de schaduwen groeven etsen in jonge gezichten. Dit zijn de gezichten van jeugd, overmoed en dromen, getergd door existentiële leegte en walging. De schittering van de Seine glanst in hun drugsgrote pupillen. Dit is het mei ’68 van Philippe Garrel. Maar het is niet meer mei ’68. Het is 2006. En dat zie je. Dit is een film van nu in het idioom van toen, in de vibe van toen, in de roes van toen. Het verleden kan niet méér voorbij zijn dan in les amants réguliers.

Nemesis
Eerlijk is eerlijk. Ik vond Philippe Garrel (1948) als filmmaker altijd een beetje een burgerjongetje dat flirtte met een bohémienbestaan. En ik was tegelijkertijd geroerd door de sombere filmpolitieke speech die hij vijf jaar geleden hield tijdens een persconferentie op het Filmfestival Venetië waar zijn retro-heroïnechic-film sauvage innocence in première ging. Hij betreurde van alles. De teloorgang van de auteursfilm. De staat van de beschaving. En het kwam waarschijnlijk allemaal neer op die al te bekende weemoed over het voorbijgaan van de tijd. Soms is het mooi om oude mannen te zien mopperen.
sauvage innocence vond ik desondanks één van de oubolligste films die ik in lange tijd gezien had. Dat gedoe met artistieke impotentie en drugs — ongetwijfeld de rode draad uit Garrels leven en werk, van een soundtrack voorzien door dopey nachtegaal Nico, zijn muze en nemesis.
Zoveel is er niet veranderd in les amants réguliers en tegelijkertijd is alles veranderd. Het lijkt wel alsof Garrel niet alleen zijn zoon Louis castte als tussen escapisme en engagement dolende dichter, maar alsof hij hem ook vroeg het scenario te schrijven en de regie te voeren. De film is een zeldzaam frisse en contemporaine kijk op de revolutionairen van ’68. Alsof Garrel zich rekenschap begint te geven van de pose die ik hem in sauvage innocence verwijt. Toch is de film geen afrekening met toen. Integendeel. Garrel valt zijn personages misschien aan, maar niet af.
Sterker nog: hij tilt ze uit hun tijdruimtelijke bepaaldheid door in hallucinante droomscènes te laten zien dat hun revolutie ook die van 1789 is. Hij maakt hun levens groot. Hij maakt ze geschiedenis. Of zijn het alleen maar hun dromen?
En in de manier waarop hij dat dan weer filmt: geïsoleerd in het kader, losgetrokken uit hun omgeving, als inktvlekken op een kladblaadje, met genadeloos tegenlicht waardoor iedereen een piepklein relativerend rokerig aureooltje heeft, laat hij vervolgens zien hoe futiel de geschiedenis van revolutionairen is. Want het zijn immers maar relschoppers. De boeren die met hun harken optrokken naar de Bastille en de existentialisten met hun coltruien en molotovcocktails.

Opiumzomer
Maar Garrels film heet niet prima della rivoluzione, zoals de vergelijkbare film die Bernardo Bertolucci in 1968 maakte (en in the dreamers in 2003 mee afrekende) over een jongeman die met zijn bourgeoisafkomst in conflict komt als hij sympathieën begint te koesteren voor het communisme. Garrel noemde zijn film les amants réguliers, omdat het, als de lente van ’68 na een lome opiumzomer is afgelopen, toch weer over de liefde gaat.
We zien hoofdpersoon Antoine (Louis Garrel) vaak slapen in de film. Slapen en dromen. En soms alleen maar slapen om niet wakker te hoeven zijn. Maar drie keer zien we hem ontwaken: als de revolutie mislukt is, als zijn oeverloze drugsgeouwehoer met de welgestelde Antoine hem ook niet door de ‘doors of perception’ heen helpt en als er een meisje in zijn vertroebelde gezichtsveld verschijnt dat hem misschien wel kan redden. Hij ontwaakt in de liefde. En sluit zijn ogen weer. Zijn ze geliefden? Of alleen maar minnaars van tijd tot tijd? Zij is niet zo’n twijfelaar als hij. Zij is van vlees en bloed. Beeldhouwster bovendien. Hoeveel aardser kun je het krijgen?
Terwijl ze om elkaar heen dansen en de camera ze samen helder in het kader probeert te krijgen, ontvouwt zich een sublieme meditatie over de revoluties van verstand en hart, over hoe de mens gedoemd is tot twijfel en rebellie. Vrolijk word je er niet van. Garrel kan ons niet verlossen van de tijdelijkheid van ons streven. Maar hij prikkelt wel tot opstand. Hopeloos noodzakelijk verzet.

Dana Linssen

Als bijprogramma vertoont het Filmmuseum twee thematisch verwante films van Bernardo Bertolucci: prima della rivoluzione (1964) en the dreamers (2003).