LEF
Knusse nozems in een strandkot
Wie in Nederland een film wil maken moet over een ijzeren wil en veel uithoudingvermogen beschikken. Veel lef kan ook geen kwaad. Filmmaker Ron Termaat heeft dat allemaal, zodat hij na jaren afzien zijn debuutfilm kan presenteren. Helaas levert niet elke jongensdroom ook een goede film op.
In Paul Ruvens Enigma heeft Jack Wouterse er alles voor over om een film te maken. Iedereen die zijn droom in de weg staat kan zich beter uit de voeten maken. De rol van Wouterse doet denken aan de ambitie van Ron Termaat (40), die in 1984 aan de Filmacademie afstudeerde. Dat het Nederlands Fonds voor de Film zijn scenario voor Lef drie keer afwees, weerhield hem er niet van om door te gaan. Geen geld van het fonds? De inventieve Termaat richtte een commanditaire vennootschap op, waarin men voor duizend gulden vennoot kon worden. Sponsors, crew- en castleden die voor een appel en een ei meededen, en steun van familieleden en vrienden deden de rest. Zijn inspanningen zijn beloond, want na acht jaar leuren en sleuren heeft Termaat met Lef zijn filmdroom gerealiseerd.
Dat Lef autobiografisch is geïnspireerd, is zachtjes uitgedrukt. De film voert twee vrienden op, die een film willen maken. De een is regisseur (Rick Engelkes), de ander scenarist en acteur (Viggo Waas). De film van hun dromen is een policier in de sfeer van de films van Alain Delon. Fanatiek gaan zij aan de slag, maar de problemen stapelen zich snel op. Geld is uiteraard een kopzorg, maar lastiger nog is dat de scenarist in zijn kamer driehoog in Amsterdam in een creatieve crisis verkeert. Een tijdelijk verblijf in een bouwvallig strandkot in Wijk aan Zee moet de inspiratie op gang brengen. In het gedoe om de film van de grond te tillen, blijken de twee vrienden uiteindelijk zelf het grootste struikelblok, als zij ruzie krijgen om een vrouw (Alice Reys). Aan het slot heeft Termaat een wijze les: het maken van een film is belangrijk maar ware liefde nog net iets belangrijker.
Ondeugend
Dat het in Lef draait om jongens die hun ultieme filmdroom willen realiseren is een weinig origineel gegeven, want daarover is al een stroom films gemaakt. Paul Ruven bewees echter met Enigma dat dat geen bezwaar hoeft te zijn: ook uitgekauwde onderwerpen kunnen geestige, originele films opleveren. Met Lef is dat niet gelukt. De film straalt een aanstekelijk enthousiasme uit, maar dat is niet voldoende om de manco’s te verbergen.
De grootste hindernis is de oubolligheid die uit de film walmt en die te wijten is aan het scenario. Welke jonge scenarist tikt in 1999 zijn script op een oude typemachine? En welke filmmakers nemen aan het einde van het millennium Alain Delon als voorbeeld voor hun filmdroom? De regisseur en scenarist (leuke trui!) lijken weggelopen uit de jaren vijftig. Aardige jongens moeten het zijn, maar wie goed kijkt ziet twee studentikoze types die in de verkeerde tijd zijn beland. Net als de nozems in de jaren vijftig zijn ze trouwens best wel eens ondeugend: ze rennen hard weg van een terras zonder te betalen of remmen af voor lifters, waarna ze op het laatste moment in hun Snoek (daar hebben we Delon weer) snel wegscheuren, de lifters vloekend achterlatend. Lachen! Hoort u in uw omgeving trouwens wel eens de zin: "Dacht jij dat het een of ander snolletje van me was?" Bij dat woord denken we aan pikante sketches van De Mounties. Voor wie het niet (meer) weet: De Mounties waren een komisch televisieduo dat in het begin van de jaren zestig, toen de kolenkachel nog in menige Nederlandse huiskamer loeide, voor o-la-la-vertier zorgde. Aan het knusse Lef is dertig jaar filmgeschiedenis voorbij gegaan.
Jos van der Burg