Le paradis

Vrijheid in gevangenschap

Le paradis

Muren scheiden en verbinden in jeugdgevangenisfilm Le paradis. In zijn debuutfilm vindt regisseur Zeno Graton zachtheid in moeilijke omstandigheden. Het liefdesverhaal speelt zich voornamelijk af middels blikken en gebaren.

Le paradis speelt zich af in een jeugdgevangenis voor jongens. De titel van de debuut­film van Zeno Graton kan daarom ironisch opgevat worden: er is niets paradijselijk aan een instituut dat geregeerd wordt door regels en verbod. En toch raakt de titel ook iets waarachtigs: in Le paradis is het paradijs namelijk geen plek, maar een staat van zijn.

De gevangenschap zit er bijna op voor de zeventienjarige Joe (Khalil Gharbia). Samen met zijn maatschappelijk werker bereidt hij zich voor op het proces van reïntegratie in de samenleving. Dan wordt hij verliefd op William (Julien de Saint Jean), een nieuwe gevangene die in de aangrenzende cel verblijft.

De debuutfilm van Zeno Graton vertelt een eenvoudig verhaal over het vinden van vrijheid in gevangenschap door middel van verbeelding, schoonheid en liefde. In korte, krachtige scènes toont Graton de eentonigheid van het gevangenisleven en de manieren waarop deze jongens daaruit een uitweg trachten te vinden, door onder andere fotografie, muziek en tatoeages.

De zachtaardige regie van Graton heeft oog voor dagelijkse schoonheid en kleine intimiteiten. Gevangenen mogen elkaar niet aanraken, dus een groot deel van het liefdesverhaal wordt verteld door blikken en gebaren. Hun verlangen wordt verbeeld door Joe’s hand die hij elke avond op de muur legt die hun cellen van elkaar scheidt.

In Le paradis zijn muren datgene wat de jongens van elkaar weghoudt, maar ook wat hen verbindt: doordat ze opgesloten zitten, kunnen de twee geen echte relatie met elkaar beginnen; tegelijkertijd hadden ze elkaar in de buitenwereld nooit leren kennen.

In een rapscène in het midden van de film verbindt Le paradis de zachte bespiegelingen op liefde met frustraties over racisme. Door de vluchtigheid van het verhaal wordt het verband tussen de mentale bevrijding van liefde en de mentale opsluiting van institutioneel racisme slechts aangestipt. Wat rest is een klein verhaal dat vooral blijft hangen door zijn lieflijkheid.