LE CONCERT
Op naar Parijs!
In de komedie le concert neemt een door het communistische regime ontslagen Russische dirigent dertig jaar later wraak.
Het werk van regisseur Radu Mihaileanu (51) draait om twee onderwerpen die met zijn afkomst verbonden zijn: communisme en jodendom. De zoon van een Roemeense joodse journalist groeide op onder het regime van Ceaucescu, maar verliet in 1980 het land en woont sindsdien in Frankrijk. Na allerlei baantjes in de filmwereld, onder meer assistent-regisseur bij Marco Ferreri, maakte Mihaileanu in 1993 met le trahir zijn regiedebuut. De film voert een journalist op, die kort na de Tweede Wereldoorlog in het communistisch geworden Roemenië vanwege een kritische opmerking in de gevangenis belandt. Hij wordt vrijgelaten in ruil voor de toezegging onschuldige hand- en spandiensten voor de veiligheidspolitie te verrichten. Natuurlijk blijkt al snel dat zijn medewerking niet onschuldig is. Hoe bevrijdt de journalist zich uit de klem tussen geweten en regime?
Mihaileanu’s volgende twee films (train de vie en va, vis et deviens) gingen respectievelijk over de Holocaust en de emigratie van Ethiopische joden naar Israël. Beide films zijn gebaseerd op het idee dat een valse identiteit levensreddend kan zijn. Mihaileanu’s fascinatie voor identiteitswisselingen ligt ook aan de basis van le concert. Alleen gaat het nu niet om leven en dood, maar om een komische wraakneming van een Russische topdirigent, die in de tijd van Breznjev de laan werd uitgestuurd omdat hij weigerde joodse orkestleden te ontslaan. Sindsdien werkt de man als schoonmaker bij het orkest. Als hij bij toeval een uitnodiging aan het orkest ziet om in Parijs te komen spelen, verdoezelt hij deze, verzamelt een zootje musicerend ongeregeld en vertrekt naar Parijs.
Oubollig
Mihaileanu wilde na zijn zwaar dramatische films met le concert zijn vaste thematiek waarschijnlijk eens lichtvoetig benaderen. Op papier klinkt dat goed, maar het resultaat valt tegen. Het grootste struikelblok is het ontbreken van scherpe humor. De grappen zijn van het oubollige soort en doen denken aan woorden als deksels en mieters. Een ander probleem is dat de film een identiteitscrisis heeft: wil hij klucht, satire of melodrama zijn? Hij heeft van alle drie iets, wat een zouteloos mengelmoesje oplevert. Net als de humor mist de satire scherpte. Het op de hak nemen van de nieuwe Russische rijken — een gigantisch bruiloftsfeest eindigt in een shoot out — klinkt op papier ook beter dan het in de film uitpakt.
Hetzelfde geldt voor de kluchtige scènes rond een oude Russische communist, die in Frankrijk de communistische partij wil revitaliseren. Met oude Franse kameraden blikt hij nostalgisch terug op de tijd dat de partij bij verkiezingen een honderd procent score haalde. Het leidt bij de kijker hooguit tot een glimlach. Voor melodrama zorgt een plotje rond een Franse violiste, die de vroegere dirigent per se als solist wil. Waarom is hij zo geïnteresseerd in haar? Mede door het ingetogen acteren van inglourious basterds-actrice Mélanie Laurent is dit het beste deel van de film. Als het orkest aan het einde losbarst in het vioolconcert van Tsjaikovski zorgt dat zelfs voor enige ontroering. Het duurt niet lang, omdat de film het cliché dat muziek verbroedert en voor harmonie zorgt tot de laatste noot uitperst. Laat Mihaileanu maar zware historische drama’s blijven maken.
Jos van der Burg