Langer licht

Bokshandschoenen en marshmallows

Langer licht

In Langer licht heeft regisseur David Lammers maar één glimlach nodig om een vader en een zoon met elkaar te verzoenen. Maar wat voor glimlach!

Het was al duidelijk toen David Lammers de korte televisiefilm Oud en nieuw (2002) had gemaakt. Iemand die de Bijlmer in beeld kan brengen alsof dat een architectonisch spannend stukje Nederland is, die heeft een filmersoog.

En het was nog niet eens zozeer dat het desolate beton er opeens aantrekkelijk uitzag. Maar meer dat iemand de moeite had genomen om überhaupt goed te kijken naar een stadsdeel dat op het eerste gezicht wel het minst fotogenieke van Amsterdam lijkt. Door goed gekozen kaders werd de kale leegte tussen de flats gevuld met mentale leegte. Dit was een bij uitstek filmisch stadslandschap, zomaar gevonden bij ons om de hoek.

Stadsportret
Lammers werkt al samen met cameraman Lennert Hillege sinds hij in 2001 aan de Filmacademie afstudeerde, met het met een Gouden Kalf voor beste korte film bekroonde De laatste dag van Alfred Maassen. Die was ook verantwoordelijk voor de fotografie van Lammers’ eerste speelfilm Langer licht.

Langer licht is gesitueerd in alweer zo’n filmisch veronachtzaamd stukje Amsterdam. Lammers stak met het pontje het IJ over en vond in Amsterdam-Noord het decor voor een reeks ritmisch gemonteerde rechtse en linkse directen. Letterlijk, want zijn arena is de boksschool van Lucien, die praat alsof hij muilperen uitdeelt: staccato cadans, repetitieve bevelen, mantra’s zonder betekenis. En figuurlijk: want het verhaal dat zich daar achter de stadstaferelen ontrolt, gaat over de slagen die Lucien en zijn zoon Mitchel te verwerken krijgen.

Dit is een heel ander milieu dan het Amsterdam dat we uit de films van Eddy Terstall kennen. Hard en bijdehand, trefzeker verbeeld in lage camerastandpunten en met een groothoeklens, die de wereld groot en onwelkom maken. Zelden is de horizon of de lucht te zien. De personages zitten ingeklemd in het kader, met hun kop tegen het plafond van hun mentale horizon. Psychologie en plot zijn strak naar de zijlijn gedirigeerd.

In de tweede helft van de film slaat dat uit balans. Ook weer letterlijk, met een kaakslag. In een aardige omkering van het klassieke thema is het de vader die wegloopt voor zijn gevoelens. Daar had nóg wel wat minder psychologie (ook letterlijk) aan te pas mogen komen. Al is het bezoekje dat Lucien aan het Riagg brengt misschien ook te zien als commentaar op juist de Nederlandse filmneiging tot psychologiseren.

Langer licht is een film die je laat huilen om marshmallows die te lang op de barbecue hebben gelegen, omdat de grote dingen van het leven soms eenvoudigweg te groot zijn om te huilen. Zo schiet je ook regelmatig in de lach, van plaatsvervangende zenuwen om personages die totaal verkrampt zijn. Vooral Raymond Thiry (Lucien) mept en petst je dat allemaal in je gezicht. Wat een machtige acteur is dat. Met die ondoordringbare kop en die driftige spieren. Eén glimlach heeft hij nodig om zich met zijn zoon te verzoenen. Maar wat voor glimlach! Ongeveer met dezelfde wereldomspannende allure van Al Pacino als hij in The Godfather eindelijk lacht. Dan blijft het pas echt langer licht in Amsterdam-Noord.