LA VIDA ES SILBAR
Fluitend door failliet Cuba
Vorig jaar won La vida es silbar zes prijzen op het festival van Havana. Dat is geen toeval, want de film is een schoolvoorbeeld van de cryptische manier waarop onderdrukte kunstenaars zich uiten. Flauwvallende mensen, een zwemmende vertelster en een fluitend kind tonen aan dat er in het hedendaagse Cuba weinig te lachen valt.
La vida es silbar laat zien dat Cuba nog steeds een dictatuur is — ook al lijkt de rest van de wereld gezwicht voor de vrolijke façade van de ouderwetse son-muziek en de goedkope tienermeisjes. De film bedient zich van het magisch-realisme dat tot leven werd gebracht door de Colombiaanse schrijver en Castro-vriend Gabriel García Marquez. Zonder de magie van puur talent is dat magisch-realisme echter geen genre, maar slechts een stijlmiddel.
Veteraan Fernando Pérez werkte in de jaren zeventig voor het Cubaanse kunst- en filminstituut ICAIC, en dat is aan zijn film te zien. Een jong kindje (Bebé) komt terecht in een weeshuis, waar ze later alleen blijkt te kunnen fluiten in plaats van praten. Het jongetje Elpidio observeert haar met een goedkeurende blik. Via een vertelster springt de film vooruit naar het heden. Zij fungeert als een Grieks koor dat commentaar levert op de gebeurtenissen in de film én op het leven in het algemeen. Vaak doet ze dat onder water, vermoedelijk in de baai van Havana, waarlangs zich het leven afspeelt en waar de volwassen Elpidio zijn vissen vangt.
Seks
Intussen is Bebé veranderd in een vrouw die zich nu via het dansen uit. Elpidio’s moeder Cuba — metafoor voor de hele natie — heeft haar handen van hem afgetrokken sinds hij het slechte pad opging. Bebé is het kind dat ze na haar geboorte afstond. Cuba valt flauw als ze het woord ‘seks’ hoort. Andere mensen vallen flauw bij het horen van woorden als ‘corrupt’, ‘integer’, ‘hoop’ en ‘leugen’.
Wat is Pérez’ boodschap, afgezien van de gedateerde verpakking? Mensen kunnen niet communiceren (vanwege innerlijke of van buiten opgelegde hindernissen), het milieu loopt gevaar, geld is niet alles en religie kan mensen helpen. Via verschillende personages en absurde intermezzo’s breit hij die boodschappen aan elkaar. Hij schetst een beeld van het hedendaagse Cuba dat moreel, ideologisch en materialistisch failliet is. Dat is een zeer nuttig geheugensteuntje, nu Wim Wenders, Ry Cooder en miljoenen toeristen Cuba aan de borst drukken.
Thessa Mooij