La quietud

Grimmige zusterliefde

Dit familiedrama op een landgoed bij Buenos Aires zwelgt vooral in de schoonheid van de hoofdrolspeelsters.

Moet dat nou? De hereniging van twee volwassen zussen in hun ouderlijk huis binnen twintig minuten laten uitmonden in een langgerekte, net-niet incestueuze masturbatie-scène? Zwoel gefilmd ook nog, met een camera die als een tong elke centimeter van hun op meisjesondergoed na blote lijven aflikt?

Het klinkt kitscherig, of liever: geil, en dat is en blijft La quietud ook. Regisseur en scenarist Pablo Trapero wijkt in zijn negende speelfilm nauwelijks van zijn oer-chauvinistische koers af. Er is een soort plot: op het gigantische familielandgoed dat de film zijn titel geeft, waar zusjes Mia en Eugenia en hun verbitterde moeder zich rond het sterfbed van vader scharen, vliegen al gauw de vileine verwijten over en weer, terwijl het personeel intussen muisstil vijfsterren-maaltijden aandraagt. Uiteindelijk blijkt Trapero toe te werken naar een politiek beladen ontknoping waarin mama (een overigens sterke rol van Graciela Borges als gefacelifte gifkikker) de rol van kwade genie krijgt toebedeeld, maar hoofdmoot blijft toch de erotiek.

Mia en Eugenia zijn net als hun vertolksters als twee druppels water: mede uit verbazing over hun gelijkenis schreef Trapero het script voor zijn echtgenote Martina Gusman en haar Argentijns-Franse collega Bérénice Bejo. Beiden zijn bloedmooi, laat daar geen misverstand over bestaan: donker glanzend haar, lange ledematen, Bambi-ogen, het kan niet op. Aangezien hun personages ook nog schatrijk zijn – Mia heeft La Quietud nooit verlaten en leeft op kosten van haar ouders, Eugenia trok naar Parijs en krijgt regelmatig geld van mama toegestuurd – is het op zichzelf niet onlogisch dat ze er zo welvarend en smetteloos uitzien. Maar Trapero maakt wel erg oppervlakkig gebruik van zijn hoofdrolspeelsters, ondanks alle melodrama. Zelfs een auto-ongeluk levert vooral fotogenieke littekens op. Gusman krijgt nog wat fijne drift- en huilbuien toebedeeld, maar Bejo komt hier lang niet zo goed uit de verf als onlangs nog in het tragikomische Le jeu (2018).

Ergerlijk is ook dat dit zussen-universum vooral om seks en voortplanting lijkt te draaien. Minnaars worden afgepakt dan wel gedeeld, zwangerschap vormt een bron van afgunst. Als dit het matriarchaat moet voorstellen, dan schieten we er geen moer mee op.