La place d’une autre

Bedrog om te overleven

La place d’une autre

In het in 1914 in Frankrijk spelende La place d’une autre steelt een arme jonge vrouw uit overlevingsdrang de identiteit van een dood gewaande vrouw.

Identiteitsfraude gebeurt om allerlei redenen. Om financiële natuurlijk, maar dat is de minst interessante. Boeiender wordt het als dit bedrog voortkomt uit een verwarde psyche. Zoals in de bizarre documentaire The Imposter (Bart Layton, 2010), waarin een Franse knul drie jaar na de verdwijning van een Amerikaanse tiener de familie van de verdwenen jongen weet wijs te maken dat hij hun zoon is. Toen het bedrog uitkwam, zei hij dat hij had gehandeld uit een gebrek aan liefde en affectie. Uit het verlangen naar roem handelde de man die zich in Iran uitgaf voor filmmaker Mohsen Makhmalbaf. Over dit geval maakte Abbas Kiarostami de intrigerende documentaire Close-Up (1990).

Een basaal motief voor identiteitsdiefstal heeft de jonge vrouw Nélie in La place d’une autre, de naar Frankrijk verplaatste bewerking van een Victoriaanse roman. Nélie is door een dame in Parijs uit de straatprostitutie gehaald om na het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog in de Vogezen gewonden te verzorgen. Als na een aanval op de ziekenboeg een jonge vrouw genaamd Rosie dodelijk gewond lijkt te zijn, vindt Nélie bij haar een aanbevelingsbrief voor een betrekking bij een rijke familie in Nancy. Ze ziet er de kans in op een beter leven en meldt zich met de brief als Rosie bij de familie. Als een kameleon past ze zich aan de rituelen en gewoonten van de stijve bourgeoisfamilie aan.

We moeten niet te veel weggeven van het verhaal, maar La place d’une autre illustreert, zoals eerder The Imposter, dat succesvol identiteitsbedrog niet alleen afhangt van de overtuigingskracht van de bedrieger, maar ook van wat bedrogenen tegen beter weten in willen geloven. In La place d’une autre raakt de grande dame van de familie zo gesteld op Nélie/Rosie, dat ze haar bijna als een dochter ziet. Tegen alle argumenten in weigert ze te geloven dat deze perfect aangepaste jonge vrouw een bedrieger is. En in de rigide klassenmaatschappij die La place d’une autre toont, is haar wil ook voor lokale gezagsdragers wet.

La place d’une autre, dat met veel bruintinten en bedompte beelden de sfeer in de villa’s van de haute bourgeoisie oproept, veroordeelt Nélie’s gedrag niet, want het ziet dit als een begrijpelijke overlevingsstrategie in een meedogenloze klassenmaatschappij. Niet Nélie zit in de beklaagdenbank, maar de onwrikbare maatschappelijke orde. Goed punt, dat de film aan het einde zelf weer onderuithaalt met ongeloofwaardige vrouwelijke klassensolidariteit. Regisseur en coscenarist Aurélia Georges is geen Claude Chabrol, de in 2010 overleden regisseur die de Franse bourgeoisie in zijn films wel messcherp fileerde.