LA NOSTRA VITA
Dood, en dan?
De heftige emoties die je bij het overlijden van een geliefde verwacht, blijven in la nostra vita achterwege.
"Het leven gaat door, ook zonder ons!", schalt het door de kamer. Bouwvakker Claudio en zijn zwangere vrouw Elena zingen hun lievelingspopsong vol levensvreugde mee. Dit jonge echtpaar kan zich niet voorstellen dat hun sprookje écht zomaar voorbij kan zijn. Zelfs als Elena met weeën in het ziekenhuis belandt, blijft Claudio speels grappen maken met hun twee zoontjes. Maar dan volgt het slechte nieuws: de baby is geboren, Elena overleefde de bevalling niet.
Claudio hoort het aan met een blik vol ongeloof, zonder in tranen uit te barsten. De heftige emoties die je bij zo’n gebeurtenis verwacht, blijven achterwege. Aan deze luchtige, observerende manier van filmen van de Italiaanse regisseur Daniele Luchetti (mio fratello è figlio unico) wordt in het vervolg consequent vastgehouden. Een spontane, schokkerige cameravoering uit de losse pols, zweverige, lichtvoetige muziek. Neo-neorealisme, maar dan in een light-variant.
Die stilistische benadering voelt een beetje misplaatst, in een film met zo’n zwaar onderwerp. Tast Luchetti naast het juiste gevoel? Wel als la nostra vita een normaal rouwproces in beeld zou brengen. Maar als Claudio iets niet lijkt te willen, dan is het wel rouwen — het leven gaat immers door. Hij laat het baby’tje verzorgen door een invalide drugsdealer, verwent zijn zoons met Wii’s en racebanen, en heeft een kortstondige affaire met een Roemeense weduwe. Ook sleept hij de leiding binnen over een ambitieuze bouwklus, door zijn baas te chanteren met een dode nachtwaker die hij in een liftschacht vond.
Stroomversnelling
En zo gebeurt het dat je jezelf, in de onnavolgbare hoeveelheid plotverwikkelingen, er halverwege op betrapt Elena vrijwel vergeten te zijn. Opmerkelijk, in een film met haar tragische bevallingsdood als uitgangspunt. Het lijkt alleen juist Luchetti’s doel: zoals Claudio niet bezig is met zijn vrouw, zo mogen wij dat ook niet zijn.
Maar dan raakt dit familiedrama in een stroomversnelling. Het dak van de flat blijkt te lekken en een financiële strop dreigt. Claudio krijgt hulp van zijn familie, gaat weer aandacht aan zijn kinderen besteden en beseft te weinig verdriet te hebben gevoeld. Aan het slot lijkt de harmonie van zijn leven, nogal plotsklaps, volledig hersteld. Een transformatie die vliegensvlug verloopt en daardoor geforceerd en ongeloofwaardig aanvoelt.
Het maakt la nostra vita ook nogal vrijblijvend. De echt grauwe en grimmige kanten van het bestaan gaat Luchetti uit de weg. Te weinig Ingmar Bergman, te weinig Ken Loach — het blijft allemaal steken in een typische Zuid-Europeaanse gemoedelijkheid. Daarmee wekt Luchetti de schijn aan Claudio’s kant te staan: het leven gaat door, rouwverwerking is niet écht nodig. Hij tast dus toch jammerlijk naast het juiste gevoel.
Niels Bakker