La ciénaga

Onderhuidse natuurramp

  • Datum 01-02-2002
  • Auteur Jann Ruyters
  • Thema Filmkrant 230
  • Gerelateerde Films La ciénaga
  • Regie
    Lucrecia Martel
    Te zien vanaf
    24-01-2002
    Land
    Argentinië, Frankrijk, Spanje, Japan, 2001
  • Deel dit artikel

La ciénaga is een even suggestief als trefzeker debuut rond twee Argentijnse families op een vervallen landgoed, waar het noodlot langzaam toeslaat.

Ieder geluid dreunt na in La ciénaga. De vochtige warmte die als een natte deken over de Argentijnse heuvels, het huis en de personages hangt, dempt misschien hun stemmen, maar alles wat die stilte doorbreekt is voorzien van een onheilspellende echo. Het getinkel van ijsblokjes in glazen wijn gaat over in het gekletter van stoelen die omvallen op de patio. Vrolijk geplons in het water van kinderen die aan het vissen zijn eindigt in oorverdovend geruis wanneer zij overspoeld worden door een wolkbreuk. Een sprong in het zwembad zoemt na als het ijzer van een zaag die terugspringt in zijn vorm.

Dat het mis zal gaan is duidelijk vanaf de eerste hypnotiserende beelden van deze film, de prachtige openingsscène waarin de vrouw en heer des huizes samen met wat gasten laveloos rondhangen op het bewolkte terras. In de verte dondert het. Niemand zegt wat. Niemand reageert ook als de vrouw struikelt en bloedend in haar eigen wijnglas blijft liggen. Hulp komt van de kinderen en de Indiaanse bedienden die toesnellen vanuit het huis.

Moeras
La ciénaga speelt zich af in een provinciestadje in het noorden van Argentinië, en het is verrassend hoe herkenbaar de film is. Debutante Lucrecia Martel schetst dicht op ieders huid het dagelijks leven van twee families, ieder op hun eigen manier ongelukkig. Voor haar zijn het voorbeelden van de stuurloze Argentijnse middenklasse, "een sociale klasse zonder traditie en zonder middelen om op een andere manier houvast te verwerven". In La ciénaga schetst ze hun leven als een zich langzaam voltrekkende natuurramp: een opeenstapeling van impulsen, verlangens en driften waar maar weinig invloed op kan worden uitgeoefend.

Haar aandacht gelijk verdelend kiest Martel toch het meest voor de kinderen die ze opmerkt waar de met hun eigen ongeluk gepreoccupeerde ouders dat nalaten. En daarin schuilt ook de herkenbaarheid. Niet in het zompige Argentijnse moeras waar een verdronken koe in ronddobbert, of in de pijnlijk feodale omgang met het Indiaanse personeel. Wel in het eindeloos op bed liggen tijdens de warmte, in de zich voortslepende gezinssleur, in de erotische spanning tussen puberende gezinsleden, in de wrede kinderspelletjes, in de oprispingen van ontspanning en plezier.

Dat het mis zal gaan is duidelijk vanaf de eerste beelden en toch slaat het noodlot tenslotte heel terloops toe, bijna zonder dat je het in de gaten hebt. Het is de enige klap die niet nadreunt in La ciénaga. Tegen die tijd is dit even suggestieve als trefzekere, indrukwekkende debuut al zo diep onder je huid gekropen dat juist de stilte na die laatste klap nog heel lang blijft natrillen.