LA CHASSE AUX PAPILLONS
Otar Iosseliani: In uw land worden armoedige films gemaakt
"Als ik mijn authenticiteit verlies, als ik niet meer de films kan maken die ik wil, dan stop ik met filmen. Ik kan niet zomaar een film maken, daar ben ik niet geschikt voor." Niet zomaar een opmerking, maar een typerende uitspraak voor de instelling van de Georgiër Otar Iosseliani (59), sinds halverwege de jaren tachtig in Frankrijk levend. Kwaliteit, niet kwantiteit is zijn uitgangspunt. Daarom heeft hij nooit haast. Het kleine oeuvre dat Iosseliani in dertig jaar opbouwde (nog geen tien lange films) is een schoolvoorbeeld van ambachtelijk vakmanschap. La chasse aux papillons is een nieuwe bevestiging van zijn imponerende beheersing van het filmvak.
La chasse aux papillons volgt de laatste levensjaren van drie oude dames — de eigenaresse, haar nicht en een oude dienstmeid — op een oud, vervallen kasteel in Frankrijk. In hun levensonderhoud voorzien zij door de antieke inboedel stukje bij beetje te verkopen en door de tuin te verhuren aan vrolijke aanhangers van Hara Krishna. Het dagelijkse leven van de drie vrouwen ademt weldadige, ouderwetse rust uit. De moderne beschaving ligt echter op de loer. Aanvankelijk weten de vrouwen Japanse zakenlieden, die het kasteel willen kopen, nog af te poeieren ("Wij hebben de traditie zeer oud te worden, dus we leven nog vijftig jaar."). Na het overlijden van de eigenaresse slaat de vernieuwing echter toe. De Russische erfgename van het kasteel — een zus van de eigenaresse — leeft met haar dochter liever een mondain leven in Parijs, dan in oude stoffige kamers in een oud kasteel; ze verkoopt het erfgoed aan blije Japanners. De achtergebleven oude vrouwen zullen een ander onderkomen moeten zoeken.
Waardenpatroon
Iosseliani was vorige maand te gast op het filmfestival in Rotterdam ("Ik hoop dat het festival zijn oude karakter behoudt, Emile Fallaux moet net als Huub Bals vroeger als een dictator optreden.") De tijd in Rotterdam brengt hij in Rotterdam zo aangenaam mogelijk door, wat voor Iosseliani betekent buiten de festivalzalen. "Ik ga zelden naar films, er worden veel te veel matige films gemaakt."
Iosseliani formuleert nauwkeurig, zijn achtergrond als wiskundige verloochent zich niet. "Wat ik met La chasse aux papillons duidelijk wil maken, is dat een bepaalde levenswijze aan het verdwijnen is. Traditionele morele, spirituele en culturele waarden worden niet meer overgedragen op jongeren. Die hebben geen kennis meer van het oude waardenpatroon. Ik heb gekozen voor oude mensen in mijn film, omdat ik zo dat probleem zo scherp mogelijk tot uitdrukking kan brengen. De cultuur die ik toon, heeft een geschiedenis van eeuwen in zich opgezogen: revolutie, oorlogen, het existentialisme, Sartre, Proust, het heeft allemaal zijn neerslag gevonden in deze cultuur. En dat verdwijnt nu."
Het verlies van waarden is een vast thema in Iosseliani’s werk. Het stoort hem dat dat vaak het verwijt van cultuurpessimisme oplevert. "Ik ben pessimist noch optimist, omdat ik de toekomst niet ken. Over het verleden kan ik gemakkelijk oordelen, maar over de toekomst niet. Maar we moeten niet de fout maken, te denken dat de toekomst beter zal zijn: de geschiedenis van de mensheid leert dat er op deze aarde nooit iets fundamenteel verandert. In La chasse aux papillons laat ik zien dat er een beschaving verdwijnt. Maar dat is niets bijzonders. De Etruskische beschaving bestaat ook niet meer en niemand treurt daarover."
Parasieten
La chasse aux papillons kan gemakkelijk de suggestie wekken dat Iosseliani treurt om het verdwijnen van de plattelandsadel in Frankrijk. Waarom is het zo erg als deze cultuur het loodje legt? Zo’n beste reputatie op het gebied van menselijkheid heeft deze feodale groepering niet. Iosseliani: "Het is een misverstand te denken dat mijn film de adel verdedigt. De aristocratie speelde vroeger dezelfde rol als nu de bourgeoisie: beide zijn profiteurs, zonder een greintje verantwoordelijkheidsgevoel. De adel is door de geschiedenis al gevonnist, ook al bestaan in Frankrijk nog veel rijke exemplaren van deze soort. Wat hen onderscheidt van andere mensen is dat zij moreel verdorven zijn. Meestal dragen zij oude, adellijke namen die verwijzen naar historische bandieten. U ziet: ik romantiseer de aristocratie niet."
Waarna Iosseliani betoogt dat La chasse aux papillons niet over de aristocratie gaat, maar over hardwerkende, eerlijke mensen: ‘les gens honnêts’. Iosseliani: "Ambachtslieden, boeren, iedereen kan daar toe behoren, behalve parasieten. Om het verschil tussen de verdorven aristocratie en ‘les gens honnêts’ te tonen, laat ik in het kasteel naast de oude vrouwen een aristocraat wonen. Deze heer is ‘un vrai aristocrate parasite’."
Opmerkelijk is dat in La chasse aux papillons de vrouwen sterke persoonlijkheden zijn, mannen vallen op door hanig of sullig gedrag. "Dat heeft te maken met mijn Georgische afkomst", merkt Iosseliani op. "In Georgië is een traditie ontstaan dat vrouwen de overdracht van morele waarden en normen op zich nemen. Vrouwen zijn de spil van de samenleving. Dat heeft te maken met het gebrek aan mannen. Georgië ligt nu eenmaal op een geografisch kruispunt met veel kansen op conflicten: Iran, Turkije, het noorden van de Caucasus, Rusland enz. Er werd altijd oorlog gevoerd. Neem alleen deze eeuw maar als voorbeeld: jonge Georgische mannen sneuvelden achtereenvolgens in de Eerste Wereldoorlog, de Russische Revolutie, de Stalinkampen en de Tweede Wereldoorlog. Om verzekerd te zijn van nageslacht trouwen Georgiërs daarom vroeg. Als ze zeventien of achttien jaar oud zijn, treden ze in het huwelijk, omdat nageslacht dan in ieder geval verzekerd is. Georgië is een land van weduwen, zij waren mijn inspiratiebron bj deze film."
Iosseliani’s films worden vaak getypeerd met de term tragikomedie: de lach komt met de traan. Ook in La chasse aux papillons wisselen ontroerende, tragische scènes zich af met komische. Met de term tragikomisch is Iosseliani het niet eens. "De term tragikomisch is nonsens. Dat begrip bestaat helemaal niet. Alle komedies zijn in de grond tragisch. De toneelstukken van Molière, zoals ‘Tartuffe’, zijn volstrekt dramatisch. Zelfs de films met Laurel en Hardy zijn dramatisch. Dat is de traditie. Komedies die niet dramatisch zijn, zijn geen echte komedies. La chasse aux papillons is dus een zuivere komedie, een ‘comédie humaine’ in de betekenis van de schrijver Balzac."
Iosseliani mag dan graag uit de Franse cultuurgeschiedenis citeren, zijn vertrek uit Georgië heeft niet tot een stijlbreuk in zijn werk geleid. La chasse aux papillons verschilt in teneur en vorm niet van de films uit zijn Georgische periode. Iosseliani: "Het maakt mij niet veel uit waar ik werk, ik laat mij er niet door beïnvloeden. Je culturele bagage doe je in je jeugd op en vervolgens put je daar de rest van je leven uit."
Faustiaans
In Georgië is de filmindustrie als gevolg van de etnische en politieke strijd volledig ingestort. Filmvrienden van Iosseliani kunnen niet meer werken, een unieke filmcultuur staat op het punt te verdwijnen. Iosseliani: "Ik kom nog steeds regelmatig in Georgië en zie de desastreuze situatie. Toen de Sovjet-Unie nog bestond was er een goede infrastructuur: er waren studio’s, camera’s, film enz. Nu is er niets meer. Hoe dit opgelost kan worden? Er is geen eenvoudige oplossing. In ieder geval moeten Georgische filmmakers hun problemen aankaarten bij de internationale cinematografische gemeenschap, zodat op wereldschaal nagedacht kan worden hoe deze filmcultuur gered kan worden. Om te beginnen moeten Georgische filmmakers aan materiaal geholpen worden. Deze hulp kan trouwens bescheiden zijn, want de Georgische cinema is geen Amerikaanse, noch Europese cinema, maar een spirituele cinema die met een minimum aan materiaal veel kan realiseren."
Waarna Iosseliani betoogt dat voor hem in deze spiritualiteit het essentiële verschil schuilt met de cinema in Westeuropese landen. "Voor Nederlanders en andere Westeuropeanen zit het probleem niet in geld of materiaal, maar in een gebrek aan ideeën. Inhoudelijke worden armoedige films gemaakt, het ontbreekt aan een metafysische dimensie. Dat komt omdat u in een comfortabel land leeft, waarin het heden zo aangenaam is, dat belangrijke levensvragen niet meer gesteld worden. Alles staat in het teken van de strijd voor comfort, een houding die automatisch tot conformisme leidt."
"Europeanen schuiven altijd alles af op de ‘veramerikanisering’. Dat is veel te gemakkelijk, want dat gaat voorbij aan de oorzaak: het mentale klimaat dat dit mogelijk maakt. De ‘veramerikanisering’ is niets anders dan een geesteshouding, die niet gebonden is aan een nationaliteit. Kijk maar naar Russische filmmakers die in Amerika zijn gaan werken: zij zijn rijk geworden, maar hebben hun ziel verloren. Het is het faustiaanse dilemma: het is zo aanlokkelijk om je ziel in te ruilen voor een fauteuil, een koelkast of welk produkt dan ook."
Iosseliani pleit voor materiële terughoudendheid, ten gunste van aardse spiritualiteit. "Er moet ruimte zijn voor het spirituele aspect. Ik bedoel dat niet in religieuze zin, want ik versta onder spiritualiteit hele gewone aardse zaken als het steunen van zwakkeren, eerlijkheid, medeleven enz. Menselijke solidariteit, daar gaat het mij om. Aldus Iosseliani, Franse Georgiër of Georgische Fransman. Maar bovenal: ‘un homme honnêt’.
Jos van der Burg