Knock at the Cabin

Plottwist: een Shyamalan zonder plottwist

Knock at the Cabin

M. Night Shyamalan levert met Knock at the Cabin wederom een degelijke, zij het wat voorspelbare thriller af. Ditmaal over een regenbooggezin dat het einde der tijden moet zien te voorkomen.

M. Night Shyamalan was eerst de maker van plottwist-films als The Sixth Sense (1999) en Unbreakable (2000) en zakte later af tot een reeks horrorflops. Maar sinds de charmante indiefilm The Visit (2015) is er sprake van een heuse Shyamalaissance en levert de regisseur gestaag soms wat maffe, maar degelijke en zeer vermakelijke thrillers af.

Zijn nieuwste film Knock at the Cabin, een bewerking van het boek The Cabin at the End of the World van Paul Tremblay, zet die ingeslagen weg voort, al behoort de film niet tot zijn betere werk sinds zijn wederopstanding.

De premisse is in ieder geval heerlijk van de pot gerukt. Een regenbooggezin, bestaande uit vaders Andrew (Ben Aldridge) en Eric (Jonathan Groff) en hun geadopteerde dochtertje Wen (Kristen Cui), heeft ergens diep in de bossen een vakantiehuisje gehuurd. Lang duurt hun vakantievreugde niet, want er melden zich vier mysterieuze figuren met een onheilspellende boodschap: het gezin moet een offer brengen, een van hen moet sterven. Ze moeten zelf de keuze maken wie dat gaat zijn. Doen ze dat niet, dan breekt de apocalyps uit.

Vervolgens ontvouwt zich een wat atypische home invasion-film, waarin de binnendringers zich óók maar ongemakkelijk voelen en heus het beste met iedereen voor hebben. Centrale vraag: hebben we hier werkelijk met de ruiters van de apocalyps te maken of gewoon met vier mafkezen? Of is dit alles wellicht niets anders dan uitgekiend maar ordinair geweld tegen homo’s?

Knock at the Cabin thematiseert het regenboogelement nadrukkelijk. We krijgen in flashbacks wat mee van de getroebleerde relatie van de mannen met hun ouders en van het adoptieproces van Wen. Maar echt handen en voeten krijgt het niet. Waarom is juist dit gezin uitgekozen als offerlam? “Misschien omdat jullie liefde zo puur is”, suggereert een van de binnendringers. Als kijker heb je tegen die tijd al het gevoel dat dat het punt van de film is: dit gezin doet niks onder voor een heterofamilie. Dat is natuurlijk alleen een interessant inzicht als je van iets anders uitging.

Dat maakt Knock at the Cabin nog geen slechte film. Hij is op momenten oprecht spannend en de personages zijn overtuigend. Shyamalan bewees al eerder jeugdige acteurs tot knappe acteerprestaties te kunnen brengen en hier weet Kristen Cui als Wen je hart te stelen.

Maar op basis van het uitgangspunt mochten we op wat meer camp hopen. Knock at the Cabin mist de speelsheid die bijvoorbeeld The Visit zo’n aantrekkelijke film maakte. Ook de plottwist die het werk van Shyamalan zo typeert ontbreekt. Het verhaal ontwikkelt zich opvallend rechttoe rechtaan. Knock at the Cabin blijft de hele tijd precies wat het zegt te zijn.