King of the Cruise

Doelloos decadent drijven

Een zelfverklaarde Schotse baron kampt in deze schitterend gefilmde documentaire met eetverslaving en doodsangst aan boord van een luxe cruiseschip.

Sophie Dros maakt dappere keuzes in haar schitterend gefilmde documentaire King of the Cruise. Haar hoofdpersoon is geen gemakkelijke man om bijna anderhalf uur naar te kijken – Baron Ronald Busch Reisinger van Inneryne is obees, doet geen moeite om vrolijk of beleefd over te komen en heeft een diep-bedroefde, moedeloze blik, ook – of juist – als hij weer eens een overvol bord naar binnen werkt.

De Baron, zoals hij zich consequent laat noemen, blijkt een even tragisch als fantastisch levensverhaal te willen delen. De huzarenstukjes bewaart hij voor mede-passagiers en personeelsleden: ik heb een kasteel met ik-weet-zelf-niet-hoeveel kamers, ik speelde polo op olifanten, ik zong evergreens met een rockband. In de beslotenheid van zijn hut, waar Dros en haar camera schijnbaar onbeperkt toegang kregen, komen er heel andere flarden uit. Zijn moeder verliet hem toen hij één was – waarom weet hij niet. Zijn eerste vrouw wilde ‘volkomen onverwacht’ scheiden. Zijn huidige vrouw – veel jonger – trouwde hem om zijn geld. Waarom anders?

Zo schakelt deze tragische antiheld heen en weer tussen megalomanie en zelfverachting; de burgermansversie van Donald Trump, even grotesk rijk maar (ogenschijnlijk) minder sluw. En Dros laat hem zijn. Ze rust uit bij de Baron, lijkt het. Ze brengt hem respectvol in beeld, van een afstandje, en interrumpeert niet als zijn biografie alle kanten uitschiet. De Baron weet dat ze hem een leugenaar vinden, hij benoemt zijn trauma’s en drijfveren als een volleerd pupil van Dr. Phil, maar tegen zijn vraatzucht kan hij niets beginnen. Zijn lijf is een vergelijkbaar soort gevangenis als het schip.

Dat schip is de tweede hoofdpersoon: de camera glijdt als in trance langs eindeloze dekken en buffetten, met een kitscherige soundtrack om het Love Boat-gevoel compleet te maken. De zon schijnt, de kust is meestal ver weg, niemand hoeft iets, de internationale staf doet manmoedig zijn best met een liedje hier en een grapje daar. En daartussen waggelt onze Baron, één brok westerse wanhoop.