Jumbo

Stapelverliefd op een kermisattractie

Een introvert meisje wordt verliefd op een kermisattractie. Dat ogenschijnlijk ridicule uitgangspunt blijkt in Jumbo voer voor een verrassend tedere coming-of-age.

In vaktermen heten ze spin-and-pukes: de categorie kermisattracties waar de titelheld van Zoë Wittocks Jumbo toe behoort. Het is een weinig elegante benaming, maar het klopt wel. Want ja, Jumbo is zo’n gevaarte met karretjes die tegelijkertijd zowel linksom als rechtsom draaien en daarmee de inzittenden tot ieders vermaak duizelingwekkend alle kanten op schudden. Maar de heftige emoties (angst, plezier, misselijkheid) die iedere bezoeker ervaart, vallen in het niet bij de gevoelens die de introverte Jeanne (Noémie Merlant) voor het apparaat ontwikkelt.

Overigens is Jumbo niet hoe de fabrikant hem genoemd heeft – in het kleine pretpark waar hij de nieuwste publiekstrekker is, koopt men een kaartje voor de Move-It. Maar dat vindt parkmedewerker Jeanne niet goed genoeg bij hem passen. Jumbo wordt haar koosnaam voor het apparaat. De naam die ze haar geliefde influistert. Want Jeanne is verliefd op Jumbo, halsoverkop.

Bekijk Jumbo vanaf 26 maart online via Picl.

Na premières in Sundance en Berlijn eerder dit jaar, is Jumbo nu de eerste film van een Nederlandse distributeur die de geplande bioscooprelease verruilt voor een vroegtijdige online uitbreng. Het zou wel eens een gouden greep kunnen zijn voor deze heerlijk rare, maar moeilijk te marketen film – juist omdat de verfrissende coming-of-age-romantiek van de film heel anders is dan men op basis van het bevreemdende uitgangspunt zou verwachten.

Jumbo opent met de melding dat de film is gebaseerd op ware gebeurtenissen. Dat wekt misschien verbazing, gezien de thematiek, maar het is wel zo: Jeanne’s objectofilie is een daadwerkelijke bestaande (zij het omstreden) seksuele geaardheid is. Wittock liet zich voor haar speelfilmdebuut inspireren door het leven van Erika Eiffel. De Amerikaanse werd geboren als Erika LaBrie, maar “trouwde” in 2007 in een onofficiële ceremonie met de Eiffeltoren. Sindsdien is zij het boegbeeld van een internationale vereniging die opkomt voor enkele tientallen zelfverklaarde objectseksuelen over de hele wereld.

Wittocks film richt zich verder niet op die achtergrond in de realiteit – de sfeer is eerder magisch-realistisch of zelfs sprookjesachtig. Toch breekt ze indirect een lans voor Eiffel en haar vereniging, door de objectseksualiteit van haar hoofdpersoon volstrekt serieus te nemen. Er valt genoeg te lachen in Jumbo, maar we lachen nooit om Jeanne’s verliefdheid of haar relatie met Jumbo. Integendeel. De personages om Jeanne heen willen nog wel eens doorslaan naar het kolderieke – haar moeder Margarette (Emmanuelle Bercot), een vrolijke vrijgezel die haar dochters nieuwe relatie maar niets vind, is in sommige scènes wel erg eendimensionaal. Maar de relatie tussen Jeanne en Jumbo is oprecht, teder en meeslepend – het vurig kloppende hart van de film.